Netherlands

Het ‘pensioencadeautje’ van de werkgever liever eerder uitpakken?

 

Een van de kernpunten van het traditionele Nederlandse pensioensysteem is het collectief. Door samen te sparen voor de oude dag en de risico’s te delen, profiteren we allemaal. Daarom is deelname aan de pensioenregeling bij een bedrijfstakpensioenfonds (BPF), voor bepaalde sectoren, verplicht voor alle medewerkers. Buiten de gereguleerde sectoren bieden veel werkgevers ook een pensioenregeling aan, eveneens met verplichte deelname. Op zich is dit een goed streven, maar er is ook een ‘maar’.

De kosten zijn aanzienlijk lager doordat er geen anti-selectie plaatsvindt, dus iedereen doet mee: ook mensen met een kortere of juist langere levensverwachting. Alleen staat deze saamhorigheid en collectieve behandeling haaks op de tijdsgeest en maatschappelijke ontwikkelingen.

Op gespannen voet met individualisering
Mensen zijn de afgelopen jaren steeds individualistischer geworden. Er wordt gefocust op de eigen specifieke wensen en behoeften in plaats van dat de massa wordt gevolgd. In de retail zien we deze trend al langer: gepersonaliseerde producten (‘customized products’) zijn geen uitzondering meer en ook het targetten van doelgroepen is gewoon geworden. In de pensioenwereld zien we dit nog weinig. Zo is er in bepaalde branches één pensioenregeling voor alle medewerkers (in zeer diverse functies). Dat dit op gespannen voet staat met de individualisering van de samenleving is inmiddels duidelijk, onder meer door de malaise bij de BPF’en en ondernemingspensioenfondsen.

Pensioen is hierdoor in de publieke belangstelling gekomen en we zien verschillende meningen vanuit verschillende groepen mensen. Enerzijds roepen vooral de ouderen om meer indexatie, anderzijds hebben de jongeren het gevoel dat ze premie betalen om het pensioen van ouderen in stand te houden. De plannen voor het nieuwe pensioenstelsel spelen voor een deel hierop in: er wordt gesproken over “individuele potjes” met een “collectieve risicodeling”. Al met al is er nog veel onduidelijk.

Ruimte voor individuele keuzes?
Ook bij de wijziging of introductie van pensioenregelingen komen we voor de verschillende belangen, wensen en eisen van de individuele medewerkers te staan. Hoe daarmee om te gaan? In een middelloonregeling zijn hiertoe weinig mogelijkheden, maar deze regeling wordt in de Nederlandse pensioenmarkt steeds zeldzamer. Als we de BPF’en en ondernemingspensioenfondsen buiten beschouwing laten, zien we dat ruim tweederde van de markt inmiddels bestaat uit zogeheten premieovereenkomsten (ook wel beschikbare premieregelingen). En in die regelingen is wel degelijk ruimte voor meer individuele keuzes.

Eigenlijk voldoen beschikbare premieregelingen al aan de hoofdpunten van het voorgenomen nieuwe pensioenstelsel. Voor iedere medewerker wordt een van tevoren afgesproken storting gedaan in zijn individuele potje, dat rendeert tot de pensioendatum. Daarnaast zijn er risicoverzekeringen afgesloten voor het geval de medewerker komt te overlijden of arbeidsongeschikt wordt. Deze risicodekkingen zijn collectief afgesloten, waardoor de prijzen laag kunnen worden gehouden.

Maar is het voldoende?
Hoe kan in zo’n beschikbare premieregeling dan worden voorzien in individuele keuzevrijheid? Het is al langer mogelijk om de pensioenleeftijd te vervroegen of uit te stellen, in deeltijd te pensioneren, de eerste jaren na pensionering een hoger of juist een lagere uitkering te kiezen, ouderdomspensioen uit te ruilen voor partnerpensioen of juist andersom. Dit kan in principe in alle pensioenregelingen, ook bij een middelloonregeling. Bij een beschikbare premieregeling kun je dan ook nog eens keuzes maken wat betreft de beleggingen waarin voor jouw potje is geïnvesteerd: wil je deelnemen in de standaardbelegging, wil je meer risico nemen of minder of wil je zelfs helemaal zelf kiezen uit een beperkte groep beleggingsfondsen? Dat is allemaal niet nieuw, maar is het voldoende keuzevrijheid voor de gemiddelde medewerker?

Verschillende groepen, verschillende behoeften
Veel jongeren vragen zich af of het wel verstandig is om zoveel geld te investeren in een pensioenregeling. Buitenlandse medewerkers die slechts enkele jaren in Nederland blijven – veel multinationals doen niet aan expats, buitenlandse medewerkers worden in Nederland verloond – zien op tegen de bureaucratie als ze over zeg dertig jaar in het buitenland hun pensioen vanuit Nederland moeten laten uitbetalen. Medewerkers met een gezin zouden graag wat meer financiële armslag hebben. Als ze een hypotheek hebben met een relatief hoge vaste rente, dan kan ook worden afgevraagd of het voor hen niet verstandiger zou zijn om een deel daarvan af te lossen in plaats van al dat geld in het pensioenpotje te stoppen. Want laten we wel zijn: het is belangrijk om op vroege leeftijd te beginnen met sparen voor de oude dag om te voorkomen dat er straks een gat is.

Maar is het echt de bedoeling geweest dat het inkomen van mensen na het pensioen vrijwel net zo hoog is als tijdens het werkzame leven? Dat is bij de huidige generatie gepensioneerden regelmatig het geval. Zouden zij liever op lagere leeftijd niet wat meer financiële ruimte gehad hebben? Of simpeler gezegd: zouden medewerkers het ‘cadeautje’ van de werkgever (de pensioenregeling) niet liever al eerder gedeeltelijk uitpakken?

Lees verder in de volgende editie van Connected.