Netherlands

Verbod op winstuitkering: marktwerking onder druk

 

De kogel is door de Tweede Kamer. Het initiatiefwetsvoorstel van PvdA, CDA en SP voor een permanent verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars kreeg eind januari officieel steun van een ruime meerderheid van dit deel van het parlement. Als ook de Eerste Kamer instemt, mogen zorgverzekeraars in de toekomst geen winst meer uitkeren aan partijen zoals investeerders of aandeelhouders.

Regeringspartij PvdA en oppositiepartijen CDA en SP pleitten voor het permanente verbod omdat zij vinden dat 'zorggeld in de zorg moet blijven'. Winst zou alleen ten goede mogen komen aan betere zorg. Opvallend is dat geen enkele verzekeraar tot op heden daadwerkelijk winst heeft uitgekeerd. Een verstandige keuze, want een verzekeraar die dat wel zou doen, zou zichzelf uit de markt prijzen.

Slot op de markt
Riskant aan het verbod is, dat het zorgverzekeraars beperkt in hun vrijheid om externe financiering op te halen. Zonder vooruitzicht op eventuele winst stellen investeerders immers geen geld ter beschikking. Lenen bij een bank is dan het alternatief, maar de onderhandelingspositie van zorgverzekeraars is allerminst sterk. Om hun reserves op peil te houden, zijn zorgverzekeraars dan mogelijk gedwongen hun premies nog verder te verhogen. Bovendien gaat door het verbod de zorgverzekeringsmarkt verder op slot: nieuwe toetreders moeten voortaan meer eigen kapitaal meenemen. Het verbod betreft niet alleen de oude ziekenfondsreserves, maar ook de reserves die zorgverzekeraars in het verleden als privaatrechtelijke verzekeraar hebben opgebouwd. Minister Schippers houdt daarom al rekening met claims en rechtszaken van zorgverzekeraars.

En het verbod op winstuitkering heeft mogelijk ook nog een diepgaander gevolg: het geeft zorgverzekeraars de indruk dat de Tweede Kamer hen niet vertrouwt. Dat signaal is een risico, want juist aan vertrouwen moet hard worden gewerkt op de zorgmarkt. Het huidige gebrek aan vertrouwen is namelijk niet bevorderlijk voor een efficiënte samenwerking tussen zorgverleners en zorgverzekeraars. Zo willen zorgverzekeraars de kwaliteit van de zorgverleners controleren, maar mopperen zorgverleners vooral dat ze daardoor enorm veel extra administratieve druk hebben. Door gebrek aan vertrouwen blijven de zorgkosten hoog en verbetert de zorg zelf niet substantieel.

Werk in uitvoering
Het is de vraag of het wel zo erg is als zorgverzekeraars hun winst (gedeeltelijk) uitkeren aan aandeelhouders. Ons zorgstelsel is daarop gebouwd. Privaatrechtelijke zorgverzekeraars voeren het stelsel uit onder publiekrechtelijke voorwaarden, zoals de acceptatieplicht en het verbod op premiedifferentiatie op basis van zaken als leeftijd of gezondheid. Omdat verzekerden elk jaar van zorgverzekeraar kunnen wisselen, zetten zorgverzekeraars zichzelf buitenspel als zij hun winst niet gebruiken voor het betaalbaar houden van de premies. Het Nederlandse zorgstelsel is al jarenlang het beste stelsel van Europa, onder meer volgens de internationale Euro Health Consumer Index. Marktwerking is daar een van de pijlers van. Concurrentie tussen zorgverzekeraars en tussen zorgaanbieders zou de zorg kwalitatief beter én goedkoper kunnen maken. Dat ideaal is tot nu toe niet gehaald, maar dat komt omdat het zorgstelsel nog steeds ‘werk in uitvoering’ is. Meer geduld is op zijn plaats.