Netherlands

Wat pensioenfondsen te wachten staat onder IORP II

 

Minister Koolmees heeft op 13 april 2018 de implementatiewet van de herziene IORP-richtlijn (Institution for Occupational Retirement Provision) aangeboden aan de Tweede Kamer. Uiterlijk 13 januari 2019 moet de richtlijn van kracht zijn, maar veel onderwerpen worden geregeld in een algemene maatregel van bestuur die waarschijnlijk pas eind 2018 definitief is. Pas einde van dit jaar zal dus pas definitief duidelijk zijn welke impact de wetgeving heeft.

De belangrijkste wijzigingen onder IORP II voor Nederland zijn:

  • Extra informatieverplichting op het Uniform Pensioenoverzicht (UPO)
  • Aangepaste procedures bij grensoverschrijdende waardeoverdrachten bij pensioenfondsen en PPI’s
  • Nieuwe sleutelfuncties (risicobeheer, actuariaat en interne audit) bij pensioenfondsen en PPI’s

Maar wat houden deze wijzigingen concreet in voor u? We lichten ze hieronder toe.

Meer informatieverplichtingen UPO
Pensioenaanspraken worden onder IORP II standaard elk jaar op basis van een pessimistisch, verwacht en optimistisch scenario weergegeven, daar waar pensioenuitvoerder deze informatie nu nog alleen op verzoek verstrekken. Organisaties moeten inzicht geven in hun betaalde werkgevers- en werknemerspremie. Of dit in euro’s of percentages moet, is nog onduidelijk. In geval van een beschikbare premieregeling moeten pensioenfondsen ook informatie over eventuele garanties en ingehouden kosten verstrekken.

Gewezen deelnemers krijgen dezelfde informatie en ontvangen dus élk jaar een UPO in plaats van eens in vijf jaar. In principe wordt de UPO digitaal verstrekt via een beschermde omgeving. Eens in de vijf jaar krijgen deelnemers hun UPO schriftelijk toegestuurd.

Grensoverschrijdende collectieve waardeoverdrachten
Grensoverschrijdende waardeoverdrachten krijgen extra waarborgingen mee. Zo krijgen (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden tijdig informatie over de voorwaarden die aan de overdracht verbonden zijn. Het verantwoordings- of belanghebbendenorgaan krijgt bij grensoverschrijdende collectieve waardeoverdracht een instemmingsrecht in plaats van het adviesrecht dat ze nu hebben. Bij een PPI moeten de OR en de werkgever goedkeuring geven voor een collectieve waardeoverdracht.

Ook DNB moet voortaan expliciet toestemming geven, daar waar de bank nu alleen alleen binnen drie maanden een verbod kan opleggen. De voorwaarden waaronder DNB toestemming geeft, worden wettelijk vastgelegd. Inhoudelijk wijzigen ze niet.

Sleutelfuncties
Pensioenfondsen moeten voortaan over een risicobeheerfunctie, interne auditfunctie en een actuariële functie beschikken. De risicobeheerfunctie zorgt dat het risicobeheer van het pensioenfonds op peil blijft of verbetert. De interne auditfunctie ziet toe op het adequaat en doeltreffend functioneren van de interne controlemechanismen en andere procedures en maatregelen ter waarborging van de bedrijfsvoering van het fonds. De actuariële functie controleert onder meer de berekening van de technische voorzieningen. De precieze invulling van de functies wordt nog nader bekendgemaakt.

Nieuw is ook dat de houder van een sleutelfunctie materiële bevindingen moet melden aan het bestuur. Daarbij gaat het om significatie fouten of risico’s ten aanzien van het pensioenfonds of PPI.

Sleutelfuncties uitbesteden is toegestaan, mits uitbesteding het adequaat toezicht niet belemmert. Andere uitzonderingen zijn:

  • Taken en werkzaamheden van personen die het dagelijks beleid bepalen, en;
  • Werkzaamheden die bij uitbesteding een ondermijning kunnen zijn van de verantwoordelijkheid van de uitvoerder voor de organisatie en van de controle op bedrijfsprocessen.

Overweegt u als fonds een collectieve internationale waardeoverdracht of zoekt u hulp bij de invulling van de sleutelfuncties binnen uw pensioenfonds? Neem dan gerust contact op met de afdeling Retirement & Investment van Aon. Wij helpen u graag!