Netherlands

Gewijzigde regels waardeoverdracht op een rijtje

 

Recent zijn een aantal regels voor waardeoverdracht gewijzigd. Maar omdat die regels in verschillende wetsvoorstellen en besluiten zijn verwerkt, is er onduidelijkheid over. Aon zet ze hieronder voor u op een rijtje.

 

Wijziging systeem waardeoverdracht
Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) schreef in een brief aan de Tweede Kamer op 20 januari 2014 dat het systeem van waardeoverdracht van opgebouwd pensioen bij baanwissel vereenvoudigd en verder geautomatiseerd moet worden. Ze denkt aan een systeem waarbij niet de pensioenaanspraak wordt overgedragen, maar uitsluitend de waarde van de pensioenvoorziening. Dat voorkomt bijbetalingen. Ze wil dit nader onderzoeken en daarbij met namen toetsen wat de risico’s voor de deelnemer zijn. Verder wil ze onderzoeken of door verdere automatisering de waardeoverdracht sneller en eenvoudiger kan. Ook wil ze weten of het wenselijk en mogelijk is om kleine pensioenen op verzoek van de overdragende uitvoerder automatisch en verplicht over te dragen. Dat bespaart uitvoeringskosten van kleine pensioenaanspraken. De uitkomsten van dit onderzoek gaan nog voor de zomer van 2015 naar de Tweede Kamer.

Tijdelijke regeling bijbetaling
Sinds 1 januari 2013 geldt de tijdelijke beperking van de plicht tot waardeoverdracht bij bijbetalingslasten. Pensioenuitvoerders zijn hierdoor bij kleine werkgevers niet verplicht om mee te werken aan een individuele waardeoverdracht als de bijbetalingslasten hoger zijn dan €15.000 en meer dan 10% van de overdrachtswaarde bedragen. Kleine werkgevers hebben maximaal een loonsom tot een bedrag van 25x de premieplichtige loonsom (op dit moment €757.000). Staatssecretaris Klijnsma stuurde 13 februari 2015 een ontwerpbesluit naar de Tweede Kamer waarin staat dat deze regeling ook voor alle werkgevers geldt.

Afschaffen zesmaandentermijn
Via een amendement op de ‘Wet aanpassing financieel toetsingskader’ is de termijn waarbinnen een pensioenuitvoerder verplicht is mee te werken aan waardeoverdracht vervallen per 1 januari 2015. Tot die datum gold een termijn van zes maanden vanaf de aanvang van de deelneming bij de nieuwe uitvoerder. Om te voorkomen dat diverse oude waardeoverdrachten alsnog gaan plaatsvinden, is een Ontwerpbesluit uitvoering pensioenwet gepubliceerd. Hierin staat dat waardeoverdracht met een onbepaalde aanvraagtermijn alleen is toegestaan als de baanwissel op of na 1 januari 2015 heeft plaatsgevonden. Pensioenaanspraken waarvoor deze onbepaalde termijn niet geldt, kunnen nog wel worden overgedragen bij een toekomstige baanwissel. Die mogelijkheid is er ook als beide pensioenuitvoerders hieraan meewerken.
 

Overdracht aanspraken gewezen deelnemer van gesloten- naar actieve regeling
Sinds 1 januari 2015 geldt op grond van artikel 78a van de Pensioenwet dat een gewezen werknemer (geen actieve deelnemer in de nieuwe regeling) de pensioenuitvoerder kan verzoeken om pensioenaanspraken over te dragen van de oude naar de nieuwe pensioenuitvoerder van zijn voormalige werkgever. Dat was tot 1 januari 2015 onmogelijk.

Tussentijdse waardeoverdracht premieovereenkomst
Sinds 1 januari 2015 kan de (gewezen) deelnemer of aanspraakgerechtigde op de datum van omzetting van de aanspraken in een pensioenuitkering verzoeken tot waardeoverdracht aan een andere pensioenuitvoerder. Dat staat in artikel 81b van de Pensioenwet voor kapitaal- en premieovereenkomsten. Hierdoor kan het pensioenbeleggingskapitaal dat is opgebouwd bij de ene uitvoerder, omgezet worden in een gegarandeerde uitgestelde periodieke uitkering bij de andere uitvoerder. Deze bepaling maakt een tussentijdse overstap van de ene naar de andere verzekeraar mogelijk. Artikel 81a van de Pensioenwet kent voor de premiepensioeninstelling (PPI) al een dergelijke verplichting. Nu geldt dit dus ook voor de andere pensioenuitvoerders.

Waardeoverdracht netto pensioen
In het wetsvoorstel pensioencommunicatie is opgenomen dat waardeoverdracht van een netto pensioen alleen mogelijk is als de ontvangende pensioenuitvoerder ook een regeling voor netto pensioen uitvoert. Is dat niet het geval? Dan blijft het netto pensioen buiten de waardeoverdracht. Deze regeling treedt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 in werking.

Conclusie
Opvallend is dat per 1 januari 2015 verschillende wijzigingen ten aanzien van de mogelijkheden tot individuele waardeoverdracht zijn ingevoerd, terwijl aan de andere kant deze mogelijkheden weer worden beperkt door de mogelijkheid voor grote werkgevers om bij te hoge bijbetalingen niet mee te werken aan een waardeoverdracht. Bovendien zou het beter zijn om eerst te beslissen tot het nieuwe systeem en vervolgens te kijken of de voorgestelde wijzigingen nog wel noodzakelijk en wenselijk zijn. Aon onderschrijft de wens van staatssecretaris Klijnsma om tot een goed werkend systeem te komen, waarmee waardeoverdracht mogelijk blijft en dat bijbetalingen voorkomt. De keuze voor de overdracht van de voorziening in plaats van de waarde heeft voordelen. Het proces kan sneller verlopen en de werkgever hoeft niet meer bij te betalen. Er zullen dan wel goede regels moeten worden opgesteld over de berekening van de voorziening. De werknemer loopt wel het risico een deel van zijn pensioenaanspraken te verliezen. Het is dan heel belangrijk dat hij hierover goed wordt geïnformeerd.