Netherlands

EMEA Health Survey 2018: Nederland koploper duurzame inzetbaarheid

 

Nederlandse werkgevers zijn internationaal bezien koplopers op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Als enigen van alle werkgevers in Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA) scharen zij deze kwestie bij de drie grootste HR-uitdagingen ten aanzien van hun gezondheidsbeleid. Ook bij de grootste zorg – het aantrekken en behouden van talent – kan een goede gezondheidsstrategie flink verschil maken.

Dat duurzame inzetbaarheid in Nederland zoveel aandacht krijgt, blijkt uit het EMEA Health Survey 2018 van Aon onder meer dan 900 HR- en risicomanagers uit 22 landen en 25 bedrijfstakken in de EMEA-regio. Samen vertegenwoordigen de respondenten maar liefst 2,7 miljoen medewerkers. De voorgaande editie van het onderzoek vond in 2016 plaats.

Over het verband tussen de gezondheid van medewerkers en presteren op het werk is internationaal nauwelijks nog discussie. Nederlandse werkgevers erkennen dat verband zonder uitzondering en vinden vrijwel allemaal dat zij verantwoordelijk zijn voor de gezondheid van hun personeel, zo laat het onderzoek zien. Typerend voor duurzaam inzetbare medewerkers is hun gezondheid, veerkracht, motivatie, professionele kennis en een goede balans tussen werk en privé.

Loopbaan uitdagender en langer
Dat duurzame inzetbaarheid aan belang wint, komt doordat werknemers steeds vaker van rollen en competenties wisselen en langer doorwerken voordat ze met pensioen gaan. De gemiddelde loopbaan is daardoor steeds veeleisender en langer. Duurzaam inzetbare medewerkers dragen ook bij aan de aanpak van andere uitdagingen zoals economische problemen, de verouderende beroepsbevolking, een groeiende behoefte aan flexibel werken, medewerkersbetrokkenheid en het veranderende gezondheidslandschap.

Gelukkig zetten steeds meer werkgevers zich actief in om hun personeel gezond en inzetbaar te houden. Zo heeft in Nederland bijna de helft (49%) van de werkgevers inmiddels een gezondheidsstrategie – een flinke stijging ten opzichte van 2016, toen dat nog maar 36% was. Bijna een derde (32%) zegt de komende twee jaar een gezondheidsstrategie te gaan ontwikkelen.

Proactief beleid als onderscheidende waarde
In hoeverre een gezondheidsstrategie effect heeft, is helaas nog steeds vaak nattevingerwerk: niet eens een vijfde (19%) van de Nederlandse werkgevers meet daarvan de resultaten. Ruim driekwart (77%) zegt zijn strategie wel te wíllen gaan meten in de komende jaren. Dat is aan te raden, want het meten en aantonen van de return on investment van gezondheidsinitiatieven kan juist helpen om meer budget en middelen te krijgen. Een beperkt budget is vaak de grootste belemmering voor het implementeren van gezondheidsinitiatieven.

Wilt u ook met duurzame inzetbaarheid aan de slag? Zet dan in op een gezondheidsaanpak die zowel voor fysieke, sociale, mentale én financiële aspecten aandacht heeft. Mik vooral op preventie en minder op verzuimbegeleiding en interventies achteraf. Investeer tot slot ook in de communicatie over arbeidsvoorwaarden, inclusief gezondheidsmaatregelen. Het aantrekken en behouden van talent is nog steeds de grootste HR-uitdaging voor Nederlandse werkgevers. Ook in dat licht kan goed, proactief gezondheidsbeleid het verschil maken.