Netherlands
Rekenrente pensioenfondsen aangepast

Rekenrente pensioenfondsen aangepast

De Nederlandsche Bank (DNB) heeft bij hoge uitzondering de rekenrente, waartegen de pensioenfondsen hun verplichtingen moeten waarderen, aangepast. De aanpassing scheelt de pensioenfondsen 3 à 4 procent in de dekkingsgraad.

Normaal gesproken gaan DNB uit van de rentestand aan het eind van het jaar. Maar gezien de uitzonderlijke omstandigheden op de markt hebben ze besloten een gemiddelde van de afgelopen 3 maanden te hanteren.

De uitzonderlijke maatregel is genomen omdat de rente al geruime tijd op een bijzonder lage stand staat. En hoe lager de rente, hoe meer middelen de fondsen in kas moeten houden. Verder heeft DNB in overleg met het ministerie van Sociale Zaken besloten dat de pensioenfondsen maximaal 7 procent op de oudedaguitkeringen mogen korten. Dat besluit is genomen in het licht van de impact van pensioenen op macro-economische ontwikkelingen. Deze korting is nodig omdat veel fondsen onder de vereiste dekkingsgraad van 105 procent zijn beland.

Het doel van zowel de aanpassing van de rekenrente als de pensioenkorting is om de onzekerheid over de pensioenen te verkleinen. DNB gaat er nu vanuit dat zo'n 125 fondsen in mei moeten aankondigen dat ze gaan korten op de uitkering. Zonder deze maatregelen hadden ongeveer 180 fondsen moeten ingrijpen.

Wanneer fondsen in mei een korting moeten aankondigen en hun positie in de loop van het jaar niet verbetert, moeten ze die vanaf 1 april 2013 daadwerkelijk doorvoeren. Begin 2013 wordt er op basis van de prestaties van 2012 gekeken of er nog verder gesneden moet worden. Uiterlijk eind 2013 moet de dekkingsgraad op orde zijn, dat is voor de meeste fondsen het eind van de hersteltermijn.*

*Bron: diverse media

De visie van Aon Hewitt

Historie
Bij het begin van de huidige crisis was duidelijk dat dit een langdurige crisis zou kunnen worden. DNB heeft al vrij snel besloten in vrijwel alle gevallen fondsen met een dekkingstekort een herstelperiode van 5 jaar toe te staan. Normaliter kent een kortetermijnherstelplan een horizon van drie jaar, maar de Pensioenwet geeft DNB de ruimte om in bijzondere situaties deze periode generiek te verlengen.

In augustus 2010 kwam Minister Donner met de boodschap dat veel fondsen ook niet binnen deze 5 jaar zouden herstellen naar het minimaal vereiste niveau. Er ontstond druk om te gaan aankondigen dat noodmaatregelen onontkoombaar waren: het afstempelen of wel, het korten van pensioenen. Eind december 2010 was de dekkingsgraad voor het gemiddelde fonds alweer zodanig hersteld dat het korten van rechten niet meer nodig leek. Eind juni 2011 leek het er op dat de stijgende lijn weer opgepakt was. Sinds september 2011 echter, is afstempelen weer een nadrukkelijke optie.

Swapcurve
In de Pensioenwet is vastgelegd dat de verplichtingen van pensioenfondsen contant gemaakt moeten worden tegen een door DNB te publiceren marktrente. DNB schrijft voor contant te maken tegen de swapcurve (rentetermijnstructuur, ook wel de RTS). De belangrijkste indicatoren voor deze curve zijn de marktliquiditeit, de vorm van de curve, de spreiding (het verschil in rendement) van de swapcurve ten opzicht van het rendement op staatsobligaties van kernlanden in de Eurozone. Tot slot, een vergelijk van Europese swaprentes met Amerikaanse swaprentes.

De swaprente is al tijden onder de veilige staatsobligaties gezakt. Wat daarbij de laatste maanden opvalt, is dat het verschil tussen de dekkingsgraad op basis van de swapcurve en die op basis van de AAA staatsleningen curve alleen maar verder is toegenomen. Inmiddels is het verschil zo groot dat het tot andere besluiten kan leiden als het gaat om een belangrijke issue: wel of niet aankondigen pensioenen te gaan korten.

Op 5 januari 2012 heeft DNB meegedeeld de vaststelling van de dekkingsgraad de spelregels iets te versoepelen. Er is een correctie op de toe te passen swapcurve doorgevoerd. Door de uitzonderlijke marktomstandigheden en de gebrekkige liquiditeit in de lange looptijden van de interbancaire swapmarkt, bestaat er volgens DNB zodanig veel onzekerheid over de vraag of op de interbancaire swapmarkt op een juiste prijsvorming heeft plaatsgevonden, dat DNB heeft besloten een correctie toe te passen op de curve voor ultimo december 2011. Volgens DNB bestaat er veel onzekerheid over de vraag of op de interbancaire swapmarkt de juiste prijsvorming heeft plaatsgevonden. Die onzekerheid zou komen door de uitzonderlijke marktomstandigheden en de gebrekkige liquiditeit in de lange looptijden van de interbancaire swapmarkt. Daardoor heeft DNB besloten een correctie toe te passen op de curve voor ultimo december 2011.

Per einde 2011 is de RTS vastgesteld als een gemiddelde van de rentetermijnstructuur van alle handelsdagen van 1 oktober tot en met 31 december 2011. Dat DNB de spelregels dus weer wat heeft aangepast, maakt duidelijk dat DNB zelf ook vraagtekens zet bij het 1-meetpunt en het hanteren van de huidige swapcurve.

Meer informatie