Netherlands

Dekkingsgraden pensioenfondsen lopen weer op

 
  • Oktober bleek goede beleggingsmaand
  • Indicatieve gemiddelde dekkingsgraad blijft hoog
  • Hogere dekkingsgraden maken invaren niet per se makkelijker
  • Behandeling Wet Toekomst Pensioen in volle gang

ROTTERDAM, 1 november 2022 De indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van Nederlandse pensioenfondsen is in oktober opgelopen naar 127 procent. De rente voor de kortere looptijden is enigzins gedaald, maar de verplichtingen bleven nagenoeg gelijk. Oktober bleek een goede beleggingsmaand. Aandelen ontwikkelde landen en de vastrentende waarden behaalden een plus en dit zorgde voor een stijging van de dekkingsgraad. Zo blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd professioneel dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, steeg in oktober naar 120%. Dit biedt ruimte voor indexatie. Met deze hogere dekkingsgraden lijkt de urgentie voor een ander pensioenstelsel ineens veel minder groot.

Herstel van de markten in oktober
In oktober lieten aandelen- en obligatiemarkten wat herstel zien. De hoge Inflatie en het verhogen van de rente door centrale banken bleven een zorg. De Europese Centrale Bank en de Fed hebben aangegeven de rente verder te zullen verhogen tot de inflatie onder controle is. De ECB verhoogde later in de maand de rente met 0,75%. De inflatie in Amerika en Europa bleef in deze maand rond het piekniveau van september.

De handelsspanningen tussen de VS en China namen toe, nadat de regering-Biden beperkingen oplegde aan de export van halfgeleiders gemaakt met Amerikaanse technologie. De maatregel beperkt het vermogen van Chinese bedrijven om geavanceerde technologieën te ontwikkelen, inclusief die voor militaire toepassingen. Tevens werden markten nog opgeschrikt door een kortstondig experiment met niet-gefinancierde belastingverlagingen in het VK. Deze buitensporige budgettaire expansie leidde tot aanzienlijke spanning op de Britse staatsobligatiemarkten, een snelle stijging van de obligatierente en dwong de Engelse Centrale bank tot ingrijpen. Uiteindelijk was het gevolg dat de Britse premier Truss moest aftreden.

De aandelenbeleggers putten hoop uit positieve bedrijfsresultaten en uit een groeiende kans op een wereldwijde recessie, waardoor het tempo waarmee de rente zal worden verhoogd, omlaag zou kunnen gaan.

Financiële markten waren positiever waardoor aandelen met 5% stegen. Wereldwijde aandelen stegen met 6,6%, terwijl emerging markets aandelen met 4% daalden. Vastgoedaandelen stabiliseerden na flinke verliezen met ruim 1% rendement. Na de flinke rentestijging van de afgelopen maanden was er in deze maand nauwelijks beweging, waardoor de vastrentende portefeuille slechts 0,2% rendement maakte, staatsobligaties (0%), bedrijfsobligaties (0,1%) en high yield (1,8%). Op totaalniveau steeg de portefeuille met ongeveer 3%.

Swaprente enigszins gedaald, verplichtingen nagenoeg gelijk
Na forse stijgingen van de rente in augustus en september, kenterde het beeld in oktober. Over de kortere looptijden daalde de rentecurve, maar voor de langere looptijden was er een lichte stijging. Per saldo is er een stijging van 5 basispunten gemeten over de eerste 40 jaren. Door deze beperkte beweging, in combinatie met het UFR-effect, daalden de verplichtingen met ruim 1%.

Hogere dekkingsgraden maken invaren niet per se makkelijker
De 30-jaars rente ligt inmiddels boven de 2%, 2,23% per eind oktober om precies te zijn. De vraag dient zich aan of met deze rente het nieuwe stelsel nog wel nodig is. Pensioenfondsen hebben inmiddels een dekkingsgraad waarbij indexaties mogelijk zijn. Aan de andere kant is de inflatie dusdanig hoog dat deze niet bij te benen is. Dus toch maar snel naar het nieuwe stelsel dan? In het nieuwe stelsel zijn er misschien wel wat meer mogelijkheden om het inflatierisico af te dekken, maar de waardedaling van de zakelijke waarden zou een negatief effect hebben op de opgebouwde vermogens, wat niet gecompenseerd wordt door de hogere rente. In het huidige stelsel daarentege hoeven op dit moment geen buffers meer opgebouwd te worden om tot indexatie over te gaan. “Ondanks dat het mooi is dat pensioenfondsen buffers hebben, die de deelnemers mee kunnen krijgen bij een overgang, wordt het er niet per se makkelijker op”, zegt Frank Driessen, CEO Aon Wealth Nederland, “al is dat vaak wel de eerste gedachte. Door de hogere rente nemen de compensatielasten voor afschaffing doornseepremie toe. Ook benodigde invaardekkingsgraden komen hoger te liggen. Al is het natuurlijker wel makkelijker om overschotten uit te delen, dan tekorten.” Dit jaar heeft laten zien dat de dekkingsgraden snel kunnen wijzigen. Het is dus wat vroeg om ervan uit te gaan dat op het moment van overgang de dekkingsgraden nog steeds zo hoog zijn.

Behandeling Wet Toekomst Pensioen
De behandeling van de Wet Toekomst Pensioen is inmiddels in volle gang. 2 november zal de plenaire behandeling in de Tweede Kamer plaatsvinden. Er zijn al veel vragen gesteld en de Minister heeft op 17 oktober jl. een brief gepubliceerd, waarin zij o.a. ingaat op nadere randvoorwaarden bij het invaren. Uiteindelijk kunnen de Tweede Kamerleden straks stemmen over de nieuwe pensioenwet. “Juist het invaren is een heikel punt voor veel Kamerleden”, zegt Frank Driessen, “de pensioenpot van 1.500 miljard moet straks verdeeld worden over de deelnemers en hoe pakt dat precies uit voor de deelnemers?” Wij begrijpen dat Kamerleden zich daar zorgen over maken en veel vragen over stellen. We staan aan de vooravond van de grootste pensioenhervorming ooit in Nederland en het is niet meer dan logisch dat het wetgevingsproces voldoende tijd en aandacht krijgt. Daarnaast is de uitgangspositie nu misschien rooskleurig, maar het is de vraag hoe de pensioenfondsen ervoor staan op het moment van de overgang. “Tot slot, de vraag hoe de aanwezige buffers evenwichtig verdeeld moeten gaan worden over de deelnemers is complex en dit zal de nodige discussies met zich meebrengen bij sociale partners en fondsen.”

* Aon houdt op dagbasis de dekkingsgraad bij van het geschatte gemiddelde Nederlandse pensioenfonds. Zowel de beleggingsrendementen als de rentetermijnstructuur worden op dagbasis aangepast aan de ontwikkelingen op de financiële markten. Ook geven wij de benodigde dekkingsgraad weer. Samen zegt dit iets over de kwaliteit van de financiële positie van het gemiddelde fonds. Dit geeft een goede indicatie van de ontwikkelingen bij de pensioenfondsen in Nederland. De samenstelling van de pensioenfondsen in Nederland is heel divers. Van hele grote fondsen als het ABP en Pensioenfonds Zorg en Welzijn tot kleine pensioenfondsen met soms maar enkele deelnemers. Aon heeft de samenstelling van het gemiddelde pensioenfonds gebaseerd op door De Nederlandsche Bank (DNB) en andere partijen gepubliceerde karakteristieken. Hier zit een vertraging in, omdat de statistieken altijd een maand achter lopen. De gemiddelde dekkingsgraad van Aon betreft een inschatting van de gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen. Wij gebruiken een prognosemodel. De werkelijke gemiddelde dekkingsgraad kan en zal afwijken van deze inschatting. Voor de werkelijke gemiddelde dekkingsgraad verwijzen wij naar de statistieken van DNB.