Netherlands

Dekkingsgraden lopen weer op

 
  • Rentestijging zorgt voor hogere dekkingsgraad ondanks negatief beleggingsresultaat

Rotterdam, 1 maart 2023 - De pensioenfondsen hebben in februari hun financiële positie verder verbeterd. Ondanks de zorgen in de wereld en dalende beleggingskoersen zorgde de rentestijging in februari er voor dat de indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen steeg naar 120%. De aandelen en de vastrentende waarden daalden in waarde, maar de rente steeg en daardoor daalden de verplichtingen. Per saldo steeg de dekkingsgraad.

Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd professioneel dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt. De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in februari gelijk: 121%. Pensioenkortingen lijken met dit gemiddelde bij vrijwel alle fondsen van de baan. Sterker nog, veel pensioenfondsen zijn overgegaan tot het toekennen van forse indexaties. Juist deze toekenning van indexaties leidt ertoe dat de actuele dekkingsgraad onder de beleidsdekkingsgraad is komen te liggen.

Inflatie blijft hoog en rente stijgt
Februari stond in het teken van verdere verkrapping van het monetaire beleid en de hoop van beleggers dat het tempo hiervan wat verlaagd zou worden. De Amerikaanse Federal Reserve (Fed) verhoogde haar beleidsrente met 25 basispunten tot een bandbreedte van 4,5%-4,75%. Fed-voorzitter Jerome Powell gaf aan dat voortdurende verhogingen restrictief genoeg moeten zijn om de inflatie onder controle te krijgen, aangezien hij zag dat de inflatie enigszins is afgenomen, maar hoog bleef. De Amerikaanse consumentenprijsindex (CPI) steeg in december met 6,4% op jaarbasis, een daling ten opzichte van de 6,5% in januari. De Europese Centrale Bank (ECB) verhoogde haar depositorente met 50 basispunten tot 2,5%. De president van de ECB, Christine Lagarde, gaf aan dat het vrijwel zeker is dat dezelfde renteverhoging in maart zal plaatsvinden om de rente op een voldoende restrictief niveau te houden om de inflatie naar de doelstelling van 2% te brengen.

Beleggers reageerden in eerste instantie positief op het lagere tempo, maar de resultaten verdwenen al snel door de sterke economische data. In Amerika steeg het aantal nieuwe banen in de niet-agrarische sector fors met 517.000 in januari, bijna het drievoudige van de verwachting. Het werkloosheidspercentage daalde van 3,5% naar 3,4%, het laagste niveau in 53 jaar. Dit wakkerde de verwachting aan dat de groei sterker is en de inflatie hardnekkiger dan de markten hadden verwacht. Hierdoor liep gedurende de maand de rente op de kapitaalmarkt verder op.

Stegen de aandelen aan het begin van de maand nog flink door de verwachting dat verdere renteverhogingen beperkt zouden zijn, daalden ze later in de maand door het uitkomen van sterke macrocijfers waardoor renteverhogingen voorlopig nog niet van tafel zijn. Dit resulteerde in een aandelenrendement van -1,3% waarbij aandelen van de ontwikkelde markten met 0,8% daalden en die van opkomende markets met 4,2% daalden.
De stijgende rente had zowel een negatief effect op beursgenoteerd vastgoed dat ruim 2% daalde, maar ook op de gehele vastrentende portefeuille die 5,8% daalde door het negatieve rendement op rentegevoelige staatsobligaties (-4,5%), bedrijfsobligaties (-1,4%) en high yield (-1,6%). Het totale rendement van de portefeuille was in februari -3,1%.

Swaprente gestegen, verplichtingen gedaald
Per saldo steeg in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste veertig jaar met gemiddeld 36 basispunten. Door de rentestijging nam de waarde van de verplichtingen af met bijna 7%.

WTP – stand van zaken
Nu de WTP is aangenomen door de Tweede Kamer is de volgende horde de stemming in de Senaat. De Eerste Kamer heeft besloten een aantal deskundigen te horen. Opvallend is dat juist een aantal kritische deskundigen is gehoord. Hierna volgt nog de openbare behandeling en de stemming. De stemming is waarschijnlijk na de verkiezingen op 15 maart 2023. “Wij zien dat de WTP nog volop in beweging is en dat er gelobbyd wordt voor bepaalde aanpassingen”, zegt Frank Driessen, CEO Aon’s Wealth Solutions Nederland. “Wij verwachten echter geen grote aanpassingen, eerder detailuitwerkingen. Ook is onze inschatting dat de ingangsdatum van 1 juli aanstaande vooralsnog blijft staan. Dat betekent dus volop aan de slag.”

Nabestaandenpensioen
Wel is het nabestaandenpensioen nog onderwerp van gesprek. In de nieuwe situatie kan het zo zijn dat een deelnemer een risicodekking krijgt volgens de nieuwe wet, maar ook nog aanspraak heeft op een reeds opgebouwd nabestaandenpensioen, wat tot een ‘dubbele’ dekking kan leiden. “Wij vinden het niet gek om in de uitwerking rekening te houden met het reeds opgebouwde nabestaandenpensioen”, zegt Driessen, “dat heeft echter ook praktische consequenties en daar moet wel goed bij stilgestaan worden. Als het in mindering brengen van het opgebouwde nabestaandenpensioen dusdanige kosten met zich meebrengt voor wat betreft de uitvoering, is het de vraag of je dat moet willen of beter kunt accepteren dat er een groep is die een ‘dubbele’ dekking kent.”

Voorbereiding Wtp
De ingangsdatum van het wetsvoorstel is weliswaar opgeschoven naar 1 juli 2023, maar de uiterste transitiedatum van 1 januari 2027 en de tussentijdse mijlpalen blijven in tact. Dat betekent voor pensioenfondsen dat er 1 juli 2024 in concept en per 1 januari 2025 definitief overeenstemming moet zijn tussen de sociale partners over de contractkeuze, het invaren en de compensatie. “Dat betekent nu serieus stappen zetten”, zegt Driessen. “Er is veel te doen. Vergis je niet in de hoeveelheid werk. Dit is een enorme verandering en resources zijn beperkt.” DNB roept in hun derde uitvraag fondsen op om zich goed voor te bereiden en bijvoorbeeld aan te geven hoe ze de projectorganisatie inrichten om de transitie vorm te geven. “Wij adviseren om voor het hele traject een goede projectorganisatie op te zetten en tijdig bijvoorbeeld het Verantwoordingsorgaan en de Raad van Toezicht te betrekken in het proces”, zegt Driessen. “De diverse stakeholders tijdig goed meenemen voorkomt dat je later terug moet om zaken te heroverwegen, met alle gevolgen voor de planning.”

Verzekerde regelingen
Ook voor wat betreft verzekerde pensioenregelingen is het van groot belang nu te starten met de voorbereidingen voor aanpassing van de pensioenregeling zodat deze vóór 1 januari 2027 Wtp-proof is. Het betreft dan onder andere het onderzoek naar een overstap naar een DC-regeling met een gelijkblijvende premie voor alle werknemers of gebruik te maken van de eerbiedigende werking. “We merken dat nog veel werkgevers de neiging hebben de aanpassing te willen doorschuiven naar 2026”, geeft Driessen aan. “Uitvoerders komen in grote problemen indien alle werkgevers wachten tot het laatste moment. Het is dus raadzaam de mogelijkheden na te gaan om de pensioenregeling al in 2024 of 2025 aan te passen aan de nieuwe wetgeving."

* Aon houdt op dagbasis de dekkingsgraad bij van het geschatte gemiddelde Nederlandse pensioenfonds. Zowel de beleggingsrendementen als de rentetermijnstructuur worden op dagbasis aangepast aan de ontwikkelingen op de financiële markten. Ook geven wij de benodigde dekkingsgraad weer. Samen zegt dit iets over de kwaliteit van de financiële positie van het gemiddelde fonds. Dit geeft een goede indicatie van de ontwikkelingen bij de pensioenfondsen in Nederland. De samenstelling van de pensioenfondsen in Nederland is heel divers. Van hele grote fondsen als het ABP en Pensioenfonds Zorg en Welzijn tot kleine pensioenfondsen met soms maar enkele deelnemers. Aon heeft de samenstelling van het gemiddelde pensioenfonds gebaseerd op door De Nederlandsche Bank (DNB) en andere partijen gepubliceerde karakteristieken. Hier zit een vertraging in, omdat de statistieken altijd een maand achter lopen. De gemiddelde dekkingsgraad van Aon betreft een inschatting van de gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen. Wij gebruiken een prognosemodel. De werkelijke gemiddelde dekkingsgraad kan en zal afwijken van deze inschatting. Voor de werkelijke gemiddelde dekkingsgraad verwijzen wij naar de statistieken van DNB.