Nederlands | Français Belgium

Aanpassingen in arbeidsongevallenwetgeving vanaf 2020

 

Newsletter Update@work | nr 7 | 2019

Vanaf 1 januari 2020 treden er enkele belangrijke nieuwigheden in voege in de tak Arbeidsongevallen. Met deze newsletter brengen we u graag op de hoogte van deze wijzigingen.

Arbeidsongevallenwet ook van toepassing op opleidingen tot betaalde arbeid

Jongeren die een opleiding tot betaalde arbeid volgen, worden vanaf 1 januari 2020 ook beschermd door de arbeidsongevallenwet. Tot nu toe was dit niet altijd het geval.

Over welke opleidingen gaat het?
De betrokken opleidingen zijn

  • de individuele beroepsopleiding (IBO)
  • de beroepsinlevingsovereenkomst (BIO)
  • de beroepsinlevingsstage
  • brugprojecten
  • stage-overeenkomst ondernemerschapstraject
  • stage tot kandidaat-ondernemer in een activiteitencoöperatie
  • de instapstage
  • de oriënterende stage
Jongeren met een leercontract (of overeenkomst alternerende opleiding) of tijdens een onbezoldigde schoolstage (stageovereenkomst alternerende opleiding), vielen al onder de arbeidsongevallenwetgeving.

 

Verplichtingen voor de werkgever

Vanaf 1 januari 2020 moet de werkgever een arbeidsongevallenverzekering onderschrijven voor de jongeren met een opleidingsovereenkomst, alsook een Dimona- en DMFA-aangifte indienen. Opgelet, de werkgever is niet altijd het bedrijf waar de stage plaats vindt. Dit kan ook de school of overheidsinstelling die de stage coördineert, zijn. Hier vindt u het overzicht van de verschillende opleidingen en de respectievelijke werkgevers.

Twee nieuwe vergoedingsstelsels

Specifiek voor jongeren die zo’n opleiding tot betaalde arbeid volgen, lanceert de overheid twee nieuwe vergoedingsregelingen in de Arbeidsongevallenwet: F1 en F2. Alle opleidingsovereenkomsten vallen onder een van beide regelingen.

  • Vergoedingsregeling F1:
  • van toepassing op het leercontract of de overeenkomst alternerende opleiding, de middenstandsopleiding tot ondernemingshoofd en de IBO
  • wat houdt de vergoedingsregeling in?
    • ongevallen tijdens de theoretische en praktijkopleidingen in het bedrijf zijn gedekt
    • ongevallen op weg naar en van deze opleidingen zijn ook verzekerd
    • medische kosten zijn ten laste van de arbeidsongevallenverzekeraar (volgens het Riziv-barema)
    • tijdelijke arbeidsongeschiktheid wordt vergoed op basis van een forfaitair basisloon (het gewaarborgd gemiddeld minimum maandloon x 12)
    • blijvende arbeidsongeschiktheid wordt vergoed op basis van een forfaitair basisloon (het gewaarborgd gemiddeld minimum maandloon x 18)
  • Vergoedingsregeling F2:
  • van toepassing op de onbezoldigde schoolstage, de beroepsinlevingsovereenkomst en de oriënterende stage
  • wat houdt de vergoedingsregeling in?
    • ongevallen tijdens de praktijkopleiding in het bedrijf zijn gedekt
    • ongevallen op weg naar en van deze praktijkopleiding zijn ook verzekerd
    • enkel het remgeld van de medische kosten valt ten laste van de arbeidsongevallenverzekeraar
    • tijdelijke arbeidsongeschiktheid is niet gedekt
    • blijvende arbeidsongeschiktheid wordt vergoed op basis van een forfaitair basisloon (het gewaarborgd gemiddeld minimum maandloon x 12)

Verlaging taksen

Het wettelijk maximum stijgt met 1,10%, waardoor ook de spilindex overschreden is. Zo bedraagt dit maximum € 44 817,89. Omdat hierdoor de premies voor arbeidsongevallenverzekeringen toenemen, verlaagt de overheid de premietaks van 3,49% tot 3,26%. Voor jobstudenten en huispersoneel bedraagt de taks 23,26% in plaats van 23,49%. Al deze aanpassingen gaan in op 1 januari 2020.

Bron

wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, BS 17 januari 2019 en KB van 29 juli 2019 tot uitvoering van afdeling 1 van het hoofdstuk 2 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de ‘kleine statuten’, BS 2 september 2019