Zorgmaatregelen vragen actieve opstelling werkgevers

Op het gebied van zorg bevatten de kabinetsplannen meerdere maatregelen die van belang zijn voor werkgevers. Hierbij gaat het om de verlaging van de inkomensafhankelijke bijdrage, de toenemende druk op werknemers om zelf zorg te regelen binnen hun eigen omgeving, en de verruiming van de schenkbelasting.

De inkomensafhankelijke bijdrage voor werkgevers daalt van 7,75% naar 7,5% van het maximaal dagloon. Dit betekent dat het bedrag dat gemoeid is met de bijdrage voor werkgevers ongeveer 3% lager uitvalt. Dit betekent echter niet automatisch dat werkgevers ook 3% minder kosten betalen. De nominale bijdrage die een werkgever betaalt, hangt immers niet alleen af van de premiegrondslag, maar ook van de stijging van de lonen. De verwachting is dat het maximum SV loon (bruto loon) in 2014 met ten minste 1,5% stijgt. Een gemiddelde werkgever die in 2014 enigszins de inflatie wil compenseren met een salarisverhoging van 2%, bespaart niet meer dan 1,5% op zijn nominale bijdrage. Aon adviseert werkgevers dan ook om een gedegen berekening te maken voordat ze de besparing in de boeken opnemen.

Zoals bekend zijn de inkomensafhankelijke bijdrage en de nominale premie die de verzekerde betaalt, aan elkaar gekoppeld. Hierbij is het idee dat de werkgevers en de verzekerden ieder 50% van de zorgkosten betalen. De daling van de inkomensafhankelijke premie betekent echter niet dat ook automatisch de zorgpremies automatisch meedalen, zoals Minister Schippers beoogt. Zorgverzekeraars staan echter nog steeds sceptisch tegenover de oproep van de minister om de premies te laten dalen. Tegelijkertijd zet de regering in op een steeds grotere mate van zorgsturing. De huisarts wordt de toegangspoort voor de tweede lijn (ziekenhuizen en specialisten) en zorg moet 'zinnig en zuinig' zijn. Ook wordt E-health steeds belangrijker, met name in de geestelijke gezondheidszorg. De opkomst van internet polissen met alleen online diensten en een hogere mate van zorgsturing lijkt goed aan te sluiten bij de bovengenoemde kwesties. Voor werkgevers is het dan ook verstandig de ontwikkelingen op het gebied van de zogenaamde internetpolissen goed in de gaten te houden.

Inzetbaarheidsbeleid noodzakelijk
Verder dienen werkgevers zich bewust te zijn van de steeds grotere druk die op werknemers wordt gelegd om langdurige zorg te verlenen aan bijvoorbeeld ouderen in hun sociale omgeving. Dit komt voort uit de beslissing om langdurige zorg van de AWBZ over te dragen aan de gemeenten. De gemeenten krijgen hiervoor maar de helft van het huidige budget en mogen zelf beslissen hoe ze dit budget inzetten. In het regeerakkoord zet de regering stevig in op meer hulp vanuit de sociale omgeving van de (meestal) hulpbehoevende oudere. Dit leidt naar mening van Aon tot een grotere belasting van de werknemer in zijn privétijd – terwijl tegelijkertijd de productiviteitseisen overal toenemen. Een werkgever die zijn werknemers niet ondersteunt met een duurzaam inzetbaarheidsbeleid loopt hierdoor vrijwel zeker risico op hogere verzuim- en arbeidsongeschiktheidslasten. Met een snel krimpende arbeidspopulatie en een snel groeiende ouderenpopulatie, kan de werkgever die zich niet voorbereidt wel eens voor onaangename verrassingen komen te staan.

Schenkbelasting en eigen bijdrage AWBZ
Tot slot maakt Aon zich zorgen over de verruiming van de schenkbelasting die de regering voorstelt. Nu zien we al dat veel ouderen schenkingen doen aan hun kinderen, om zo de vermogensafhankelijke eigenbijdrage in de AWBZ te omzeilen. De sterke verruiming van het schenkingsbeleid werkt dit mogelijk nog verder in de hand. Als gevolg moet een groter deel van de AWBZ worden opgebracht door werknemers. De AWBZ wordt immers betaald vanuit de eerste en tweede belastingschijf. Gepensioneerden zijn vrijgesteld van deze belasting.