Financiële risico’s bij voorwaardelijke indexatie uit DB-contracten bij verzekeraars

June 20, 2025 3 minuten

Financiële risico’s bij voorwaardelijke indexatie uit DB-contracten bij verzekeraars

women-with-laptop

Door de Wet toekomst pensioenen moeten alle pensioencontracten uiterlijk 1 januari 2028 worden aangepast naar een vaste premie. Veel werkgevers zijn al in overleg met OR of PVT, sommigen hebben hun regeling al aangepast. De deadline ligt nog ter discussie.

Met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen moeten alle pensioencontracten uiterlijk per 1 januari 2028 worden aangepast naar een premieovereenkomst met een vaste premie. Over de uiterste datum van aanpassing naar de Wtp wordt momenteel gesproken in de Tweede Kamer. Veel werkgevers zijn al bezig met hun ondernemingsraden of personeelsvertegenwoordigingen de bestaande pensioenregelingen aan te passen aan de eisen van de Wtp. Er zijn ook werkgevers die hun pensioenregeling al hebben aangepast aan de eisen van de Wtp.

Defined Benefit (DB) contracten die zijn ondergebracht bij verzekeraars moeten in het kader van een omzetting worden gesloten, tenzij er gebruik wordt gemaakt van eerbiedigende werking. De oude DB- rechten en aanspraken bij verzekeraars worden niet collectief ingevaren zoals bij de meeste pensioenfondsen wel het geval zal zijn. In plaats daarvan worden de DB-contracten premievrij gemaakt en blijven de pensioenaanspraken en pensioenrechten achter bij de verzekeraar. Dit brengt een belangrijk aandachtspunt met zich mee, namelijk de voorwaardelijke indexatie (ook toeslagverlening genoemd) op opgebouwde pensioenen in deze DB-contracten. De toeslagverlening stopt namelijk niet automatisch als het contract premievrij wordt gemaakt. De omschrijving van de toeslagverlening in het pensioenreglement is leidend.

De kenmerken van voorwaardelijke toeslagverlening die wij zien in de praktijk kennen veelal de volgende kenmerken:

  1. Voorwaardelijkheid: De toeslagverlening is afhankelijk van verschillende factoren zoals de financiële middelen, een besluit van de werkgever, en/of het indexatiepercentage van een Bedrijfstakpensioenfonds (Bpf), dit laatste vooral bij (ex) gedispenseerde werkgevers. Ook is er een voorwaardelijkheidsverklaring opgenomen in het pensioenreglement.
  2. Ambitie: De ambitie voor toeslagverlening is vaak gerelateerd aan de loon- en/of prijsontwikkeling. Voor actieve deelnemers is dit vaak gebaseerd op loonontwikkeling, terwijl voor inactieve deelnemers, waaronder pensioengerechtigden, dit vaak gebaseerd is op prijsontwikkeling. Soms is de ambitie gemaximeerd op bijvoorbeeld 3%.
  3. Financiering: De financiering van de toeslagverlening is afhankelijk van een winstdelingsregeling en/of bijbetaling door de werkgever.

De winstdelingsregeling in de DB-contracten is vaak uitgeput en staat zelfs fors "onder water". Dit betekent dat de kans op positieve opbrengsten klein is, en als er al positieve opbrengsten zijn, zullen deze mogelijk eerst worden verrekend met de jarenlange negatieve opbrengsten. De financieringsbron is dus uitgeput. En hoewel het op het eerste gezicht lijkt alsof er sprake is van een zachte verplichting (namelijk indexatie als er financiële middelen zijn in het verzekeringscontract), is dit juridisch complexer vanwege de wettelijke consistentietoets (artikel 95 Pensioenwet en de daarop gebaseerde regelgeving). Zodra er een ambitie is beschreven (bijvoorbeeld de prijs- of loonindex), wordt deze indexatietoezegging een stuk harder. Kort gezegd komt het er dan op neer dat er over een periode van 15 jaar 70% van de ambitie moet worden nagekomen.

Dit brengt grote financiële risico's met zich mee. Werkgevers kunnen bij het uitblijven van voorwaardelijke indexaties met succes worden aangesproken door (ex) werknemers en pensioengerechtigden. Het is cruciaal voor werkgevers om zich bewust te zijn van deze verplichtingen en de mogelijke financiële gevolgen. Het is aan te raden om juridisch en financieel advies in te winnen om de exacte verplichtingen te begrijpen en een strategie te ontwikkelen voor het omgaan met deze voorwaardelijke toeslagverlening.

Bovendien heeft aantal verzekeraars de afgelopen tijd hun klanten aangeschreven en gewezen op de indexatieverplichtingen uit de DB-contracten, vaak met de mogelijkheid of aansporing om de toeslagen in te kopen of de toezegging rechtsgeldig te wijzigen. Dit terwijl het de afgelopen jaren vaak stil is geweest aan de kant van de verzekeraars of dat er slechts een vrijblijvend briefje is verzonden over de indexatieverplichtingen. Deze brief kan een extra aanleiding zijn om de verplichtingen serieus te laten onderzoeken.

ballon