Netherlands

De Zorgthermometer Verzekerden in beeld 2015: ontwikkelingen in de zorgmarkt

 
 

De zorgmarkt wordt jaarlijks op allerlei manieren in kaart gebracht. De Zorgthermometer van Vektis is daar een goed voorbeeld van. Wat kunt u volgens deze Zorgthermometer in 2015 verwachten en waar moet u op letten?

Zorgverzekeringen: iets meer overstappers
Het percentage mensen dat voor een andere zorgverzekeraar heeft gekozen, ligt iets hoger dan in 2014. Per 1 januari 2015 was ongeveer 6,8% van de verzekerden in Nederland overgestapt. Dat zijn zo’n 1,1 miljoen mensen. In 2014 was dat 6,5%. Hiermee lijkt de marktwerking in de zorg weer iets te zijn verbeterd na de daling per 2014. Opvallend is dat 69% van de verzekerden nog nooit is overgestapt naar een andere zorgverzekeraar. Wat dat betreft blijft de marktwerking in de zorg nog wat achter.

Nominale premie stijgt
De gemiddelde nominale premie is voor het eerst sinds 2012 weer gestegen; van EUR 1.157 in 2014 naar EUR 1.218 in 2015. Deels door de overheveling van een deel van de langdurige zorg naar de Zorgverzekeringswet, deels omdat de zorgkosten licht zijn gestegen. Overigens ligt de gemiddelde betaalde premie een stuk lager, namelijk EUR 1.133 (dat was EUR 1.076 in 2014).

Individueel versus collectief verzekerd
Het verschil tussen de gemiddelde individuele premie en collectieve premie wordt steeds kleiner. Per 2015 steeg de gemiddelde collectieve premie met EUR 60, terwijl de gemiddelde individuele premie met EUR 53 omhoog ging. Was het verschil tussen de gemiddelde collectieve en individuele premie in 2014 nog EUR 51, in 2015 is dit EUR 44. Verder valt op dat per 2015 het percentage verzekerden dat via een collectiviteit verzekerd is voor het eerst licht afneemt: van 70% naar 68,9%.

Het aantal individueel afgesloten budgetpolissen of selectieve polissen is juist gegroeid. Bij deze polisvorm is het aantal gecontracteerde zorgverleners beperkt. Daardoor kunnen verzekerden meer reistijd krijgen. Ook kan het zijn dat zij zorg, bijvoorbeeld medicijnen, via internet moeten bestellen. Het marktaandeel van deze polissen is per 2015 met 3% toegenomen tot 7%.

Vrijwillig eigen risico
Het percentage verzekerden dat kiest voor een vrijwillig eigen risico stijgt nog steeds. In 2015 is het verplichte eigen risico EUR 375. Daarbovenop kunnen verzekerden kiezen voor een vrijwillig eigen risico. Zorgverzekeraars kunnen de keuze bieden uit EU 100 tot en met EUR 500 vrijwillig eigen risico, in stappen van EUR 100. In 2015 heeft 12% van de verzekerden een vrijwillig eigen risico, tegen 11% in 2014. De meeste mensen met een vrijwillig eigen risico kiezen voor een extra eigen risico van EUR 500 (69%). Bijna 8,3% van de verzekerden heeft in 2015 een totaal eigen risico van EUR 875. In 2014 was dit 7,3%.

Afname aanvullende verzekeringen
Mensen bezuinigen op hun zorgverzekering. Ze kiezen vaker voor een goedkope budgetpolis en een vrijwillig eigen risico. Daarnaast besparen ze steeds vaker op aanvullende verzekeringen. Het percentage verzekerden dat geen aanvullende verzekering sluit, is licht toegenomen van 15,5% in 2014 naar 16% in 2015. Mensen die collectief verzekerd zijn, hebben vaker een aanvullende verzekering dan individueel verzekerden (89% om 74% in 2015).

Werkgeversrisico’s
Kiezen voor een budgetpolis brengt voor werkgevers extra risico’s met zich mee. Zo kunnen werknemers bij zorggebruik geconfronteerd worden met extra reistijd, omdat de gecontracteerde zorgverlener verder weg zit. Of krijgen zij minder vergoed als zij naar een niet-gecontracteerde zorgverlener gaan. Voor werkgevers kan dit betekenen dat een werknemer extra verzuimt. Of bij de werkgever aanklopt met een deels niet-vergoedde zorgnota.

Re-integratie en vrijwillig eigen risico
Werknemers die kiezen voor een vrijwillig eigen risico, vergroten daarmee het bedrag wat voor eigen rekening komt bij een deel van het zorggebruik. Heeft een werknemer zorg nodig om te re-integreren, maar krijgt hij die zorg niet vergoed? Dan klopt hij hiervoor mogelijk bij zijn werkgever aan. En als werkgever moet u meewerken aan re-integratie-inspanningen van uw werknemers.

Paramedische en psychische zorg
Hetzelfde geldt voor de aanvullende verzekeringen. Worden bepaalde zorgkosten niet vergoed, omdat de werknemer geen aanvullende verzekering heeft? Dan zou u als werkgever wel eens voor deze kosten kunnen opdraaien. Vooral paramedische en psychische zorg wordt beperkt vergoed vanuit de Basisverzekering. Het is daarom verstandig voor deze kosten een aanvullende verzekering af te sluiten.

Maak zorgkosten onderdeel van integraal gezondheidsmanagementbeleid
Met al deze ontwikkelingen rondom zorgverzekeringen doet u er goed aan uw eventuele collectieve zorgregeling weer eens onder de loep te nemen. Aon adviseert u daarbij zorgkosten mee te nemen in uw totale gezondheidsmanagementbeleid. Een collectief ziektekostencontract is niet zomaar een faciliteit die u uw medewerkers biedt. U kunt dit inzetten om zorg te regelen, arbeidsongeschiktheid te verlagen of te verkorten, maar ook om de inzetbaarheid van uw werknemers te verhogen. Anders kost het u misschien geld als uw werknemers een budgetpolis, een vrijwillig eigen risico of geen aanvullende verzekering hebben!