Netherlands

Pensioenen (wederom) op de politieke verkiezingsagenda

 

De afgelopen jaren zijn pensioenen constant een actueel thema geweest. Dalende marktrente, lage beleggingsrendementen en langer leven leidden zelfs tot de ‘Nationale Pensioendialoog’: een fundamentele discussie over de toekomst van pensioenen. Knopen werden er niet doorgehakt. Bij de verkiezingen van 15 maart staat pensioen dus weer stevig op de politieke agenda.

De wettelijke regelingen die de basis vormen voor een fiscaal toelaatbaar pensioen werden afgelopen jaren keer op keer gewijzigd. Steeds weer waren partijen in gesprek over de impact van de wijzigingen. En de wijzigingen moesten elke keer weer tijdig en zorgvuldig doorgevoerd worden in de eigen pensioenregeling… Dat heeft veel gevraagd van werkgevers en werknemers. Zal het komende jaren anders worden?

Wat zeggen de verkiezingsprogramma’s?
Aon bestudeerde verschillende verkiezingsprogramma’s op het thema pensioenen. Over een aantal thema’s is algemene consensus. Zo gaat de Tweede Kamer waarschijnlijk nog meer nadruk leggen op de kwaliteit en begrijpelijkheid van de communicatie van pensioenuitvoerders naar werknemers. Verder is er grote bezorgdheid over verdere inmenging van Europa op de pensioenwetgeving in Nederland. Ook zien we een gedeeld verlangen dat een groter deel van de pensioenvermogens in de Nederlandse economie wordt geïnvesteerd.

AOW-leeftijd; een heikel punt
Rondom de AOW tekent zich een tweedeling af. De meeste partijen handhaven de huidige wetgeving waarbij de AOW-leeftijd meestijgt met de levensverwachting in Nederland. De Partij voor de Dieren (PvdD) wenst geen verdere stijging meer, terwijl bijvoorbeeld 50+ en PVV voorstander zijn van het terugbrengen van de AOW-leeftijd naar 65. Andere partijen zoals PvdA, SP en D66 willen het wel mogelijk maken de AOW eerder te ontvangen, maar de uitkering zal dan verlaagd worden. De VVD stelt voor om de AOW later te ontvangen, waarbij de uitkering wordt verhoogd. Doordat er de afgelopen jaren geen toeslagen waren, zoeken veel partijen naar compensatie voor ouderen. Vooral als ze geen of weinig aanvullend pensioen ontvangen. PvdA, SP, GroenLinks, 50+ en PVV willen een hogere uitkering. Het CDA en SGP willen compenserende uitkeringen, maar geen structurele verhoging. De VVD ziet vooral belastingverlaging als mogelijkheid.

Nieuw pensioensysteem?
De meeste politieke partijen zoeken aansluiting bij een pensioensysteem waarbij pensioen wordt opgebouwd in individuele pensioenpotjes, met een collectieve deling van de risico’s (beleggen, leven, arbeidsongeschiktheid). Hieronder de belangrijkste verschillen:

  • PVV, 50+ en SP hebben een voorkeur voor het huidige pensioensysteem, met voorzieningen op een hogere vaste rekenrente in plaats van de fluctuerende marktrente. Dit om kortingen te voorkomen en zelfs toeslagen mogelijk te maken.
  • De PvdA spreekt zich uit voor een ambitieovereenkomst, waarbij vastgehouden wordt aan het toezeggen van pensioenbedragen, maar met duidelijke communicatie dat dit geen garanties zijn.
  • Vooral op links (PvdA, SP en GroenLinks) wordt gestreefd naar een lagere minimumfranchise om over een groter deel van het salaris aanvullend pensioen op te bouwen. Vanuit deze hoek komt ook de wens het maximum pensioengevend salaris verder te verlagen (twee keer modaal). D66 lijkt dit te kunnen steunen, vooral vanuit een perspectief van meer keuzevrijheid in de derde pijler.

 

Meer keuzevrijheid
Veel partijen pleiten voor de mogelijkheid om pensioenbedragen deels om te zetten in eenmalige uitkeringen. Bijvoorbeeld voor aflossingen op de hypotheek, het overbruggen van het AOW-gat of voor zorgkosten. De VVD, D66, ChristenUnie en PvdD speken zich bovendien uit voor keuzevrijheid voor werknemers voor de pensioenuitvoerder. De VVD gaat een stap verder en wil zelfs van de verplichte deelname van werkgevers aan Bedrijfstak Pensioenfondsen (BPF) af. De PvdA ten slotte houdt een vurig pleidooi voor het Generatiepact; een deeltijd-VUT 2.0 waarbij duurzame inzetbaarheid gekoppeld wordt aan instroom van jonge werklozen.