Netherlands

Benzinestations

 

Bent u aansprakelijk bij ongeluk met ZZP’er?

Een opdrachtgever moet van de Hoge Raad letselschade betalen aan een ZZP’er die bij een klus zijn onderbeen verloor. Betekent dit automatisch dat u voor inhuurkrachten net zo verantwoordelijkheid bent als voor uw vaste mensen? Nee, dat ligt genuanceerder!

Het was een spraakmakende zaak. Eiser, laten we hem ‘IJzerman’ noemen, heeft een eenmanszaak in constructie, onderhoud en reparaties van machines. Hij wordt ingehuurd door ‘Korrelkoning’, een bedrijf gespecialiseerd in de verwerking van afvalhout tot houtkrullen en –korrels. Tijdens werkzaamheden aan een vezelverwerkingsmachine krijgt IJzerman een zwaar ongeluk, waarna zijn rechterbeen boven de knie wordt geamputeerd. IJzerman stelt Korrelkoning aansprakelijk en eist een schadevergoeding.

Wat zegt de wet?
Aansprakelijkheid van werkgevers is geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Artikel 7:658, lid 4 zegt over de zorgplicht van de werkgever: “Hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt.”

Schadevergoeding afgewezen door de rechter
Helder verhaal, zo lijkt het. ‘Geen vergoeding’, oordeelde het gerechtshof. IJzerman zou niet hebben meegewerkt aan ‘de uitoefening van het beroep of bedrijf’ van Korrelkoning: hij had geen houtkrullen gemaakt maar een machine gerepareerd. Bovendien stelde het hof vragen bij de arbeidsrelatie: hoe zelfstandiger de ZZP’er en hoe meer diens werk afwijkt van de hoofdactiviteit van zijn opdrachtgever, des te minder aansprakelijkheid voor de werkgever.

Twee principiële argumenten
IJzerman was het daar niet mee eens en ging in hoger beroep. En: hij kreeg gelijk! De Hoge Raad verwierp het vonnis van het gerechtshof en kende alsnog een schadevergoeding toe. Met twee principiële argumenten, die ook voor andere ZZP-inhuurders belangrijk zijn:

  • Vergelijkbare positie. Volgens de Hoge Raad wil de wetgever met het genoemde wetsartikel bescherming bieden aan personen die zich in een vergelijkbare positie bevinden als werknemers. Zoals een ZZP’er die bij het bedrijf een klus komt doen. Voorwaarde daarbij is wel dat de ZZP’er voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van de werkgever. Hoe meer vrijheid hij heeft in het zelf organiseren van zijn arbeidsomstandigheden, des te minder verantwoordelijkheid de werkgever heeft. Bijvoorbeeld: als een winkelbedrijf een elektricien inhuurt en deze krijgt een schok, is er amper sprake van een zorgplicht. De winkelier heeft geen invloed op de werkomstandigheden en elektrisch onderhoud valt niet onder het ‘beroep en bedrijf’ van de winkel. Dus is de winkelier niet aansprakelijk voor eventuele schade.

  • Onderdeel van het bedrijfsproces. Bij Korrelkoning zijn onderhoud en reparatie van de vezelverwerkingsmachines onderdeel van het bedrijfsproces. Temeer daar – zoals de Hoge Raad vaststelde – Korrelkoning ook bij derden dit soort onderhoudswerk verricht. IJzerman leverde dus een bijdrage aan ‘de uitoefening van het beroep of bedrijf’ van Korrelkoning. Daardoor kwam zijn positie dusdanig dicht bij die van een werknemer dat Korrelkoning wel degelijk aansprakelijk is voor bedrijfs(-gerelateerde) ongevallen.

Niet automatisch verantwoordelijk
Concluderend betekent de uitspraak van de Hoge Raad niet altijd automatisch dat een werkgever aansprakelijk is voor schade van ingehuurde ZZP’ers. Veel hangt af van de aard van de werkzaamheden. Wel stelde de Hoge Raad vast dat naarmate die meer raken aan de kernactiviteit van de werkgever, en de ZZP’er minder invloed heeft op de arbeidsomstandigheden, de zorgplicht van de werkgever toeneemt.

Meer informatie
Heeft u vragen over uw eigen aansprakelijkheid als werkgever, bijvoorbeeld rond de inhuur van ZZP’ers? Neem voor meer informatie contact op met onze Aon accountmanager Leo Bogemann.