Nederlands | Français Belgium

Toename van regelgeving wordt gepercipieerd als belangrijkste reden voor de  verhoging van de bestuurdersaansprakelijkheid.

Bijna 50% van de ondervraagden is voorstander de D&O verzekering verplicht te maken in het kader van een ‘deugdelijk bestuur’ politiek.

Brussel, 19 juli 2013 - Een steekproef gehouden bij bestuurders n.a.v. de organisatie van een seminar over D&O brengt aan het licht dat er bijna unanimiteit is ( 98%) over de toename van het aansprakelijkheidsrisico voor bestuurders. Niet zozeer de economische situatie maar integendeel de toename van wetgeving en reglementeringen en het feit dat benadeelden een betere kennis hebben van hun rechten blijken gepercipieerd te worden als de voornaamste oorzaken van het toegenomen risico. 

De bewustwording met betrekking tot de bestuurdersaansprakelijkheid is de laatste 20 jaar fenomenaal toegenomen. De BA bestuurdersverzekering is inmiddels geëvolueerd naar een complexere D&O liability verzekering die ook voor managementfuncties kan ingeroepen worden. Aon en CMS DeBacker wilden met dit seminar en de bevraging een licht werpen op de omvang van de aansprakelijkheid, het indijken van de daarmee verbonden risico’s en hoe een bestuurder zichzelf en zijn privépatrimonium best kan beschermen.

Na het schetsen van de mogelijkheden om zich te beschermen tegen –niet intentionele- fouten als gevolg van de uitoefening van zijn taak poneerde het seminarie al snel dat een D&O liability verzekering zo goed als noodzakelijk blijkt te zijn. En hiermee vertrok het seminarie van dezelfde conclusie als die kon afgeleid worden uit de steekproef, gehouden in de aanloop van het seminarie waarbij een 40tal respondenten (op een 50tal aanwezigen) zich uitspraken over de risico’s die men loopt als bestuurder of in een managementfunctie (en soms zelfs als loontrekker).

Respondenten zien de toename van het aansprakelijkheidsrisico niet zozeer als een gevolg van de economische situatie (slechts 42,50%) maar van de toename van wetgeving en reglementeringen (80 %) en het feit dat benadeelden een betere kennis hebben van hun rechten (55%).

De grootste vrees qua claim is een onderzoek door een regulator, een mededingingsautoriteit of een ander administratieve autoriteit (62,5%) gevolgd door strafprocedures, claims van de fiscus en/of de RSZ en claims m.b.t. milieuverontreiniging (alle drie rond 40%).

Het overgrote deel van de respondenten (86,11%) verklaart dat zijn/haar onderneming een D&O verzekering heeft afgesloten en dat dit meestal gebeurt op aanraden van andere bestuurders (61,29%) of van de risk manager (48,39%).

In het licht van een efficiënte ‘deugdelijk bestuur’ politiek is bijna 50% de mening toegedaan dat het nemen van een D&O verzekering verplicht zou moeten worden. Een opmerkelijke stelling in het licht van de vaak te horen kritiek van overregulering.

Het seminarie focuste grondig op de vrij complexe materie die de verzekering inhoudt zowel verzekeringstechnisch als juridisch. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het advies m.b.t. de beste dekkingsvoorwaarden (90,63%) en de bijstand bij schaderegeling (81,25%) als belangrijkste toegevoegde waarden van een D&O verzekeringsmakelaar worden aangestipt

Zeer merkwaardig meldt slechts 31,25% van de respondenten dat zij hun advocaat inschakelen voor het doorlichten en reduceren van de risico’s terwijl 93,75% zich in geval van een probleem wel laat bijstaan door diens raadsman. De enquête onthult ook dat advocaten niet degenen zijn die een verzekering aanraden, wat indruist tegen de tendens preventief te werken en geschillen te voorkomen. 

Contact

Deel deze pagina