Nederlands | Français Belgium

Het aanvullende pensioen wordt een noodzakelijk verloningselement. Het Belgische wettelijke pensioen behoort tot de laagste in Europa.

Het niveau van het pensioenkapitaal voor kaders en bedienden daalt terwijl de levensverwachting voor deze categorieën blijft stijgen. Pensioenplannen lijken hier tegen de stroom in te varen. 

Brussel, 12 november 2013 – Dit zijn enkele van de bevindingen uit de toonaangevende studie* over de Belgische aanvullende pensioenen die Aon driejaarlijks verricht. Een bediende ontvangt, voor een volledige carrière, een wettelijk pensioen dat slechts 55% bedraagt van zijn laatste brutosalaris. Voor een kaderlid is dit nog minder want door de plafonnering van het referentiesalaris bedraagt dit 33% terwijl een arbeider 61% ontvangt. Door de fiscaliteit, die pensioenen lager belast dan inkomsten uit arbeid, liggen de nettobedragen relatief hoger. Toch ontvangt een kaderlid nog steeds slechts 49% of minder dan de helft van zijn nettosalaris, een bediende 73% en een arbeider 83%. Dankzij het aanvullend bedrijfspensioen lopen de nettopercentages op tot 83% voor een kaderlid, 92% voor een bediende en zelfs 93% voor een arbeider, steeds voor een volledige loopbaan.

Vervangingsgraad 2014 van de kaderleden op 65 jaar
  Wettelijk Aanvullend Totaal
Bruto 33% 23% 56%
Netto 49% 34% 83%


Vervangingsgraad 2014 bediende - arbeider op 65 jaar
    Wettelijk Aanvullend Totaal
Bruto :  Bediende 55% 15% 70%
  Arbeider 61% 8% 69%
Netto : Bediende 73% 19% 92%
  Arbeider 83% 10% 93%


Wijziging van het type aanvullende pensioenenplannen: van sociale doelstelling naar uitgesteld loon
De tendens om te evolueren van 'te bereiken doel' plannen naar 'vaste lasten' plannen wordt ook nu voortgezet. Liefst drie vierde van de pensioenplannen zijn van het type "vaste lasten", waar dit een tiental jaar geleden nog slechts 30% was. Dit type van pensioenplan definieert het pensioenvoordeel op basis van een vaste bijdrage gedurende de volledige loopbaan van de werknemer. De exponentieel hoge kostprijs die de 'te bereiken doel' plannen voor de werkgever meebrengt op het einde van de carrière, is hier uiteraard niet vreemd aan. Maar deze tendens volgt ook de evolutie waarbij een werknemer vandaag, in de regel, een beroepscarrière doorloopt bij verscheidene werkgevers. Voor de werkgevers is dergelijk systeem bovendien makkelijker te budgetteren en te beheren.

Evolutie van het aantal plannen voor arbeiders
De democratisering van de tweede pijler, ingezet door de wet van 2003 (de wet op de aanvullende pensioenen), werd in de hand gewerkt door de komst van de sectorale pensioenplannen waarvan het aantal maar liefst verdrievoudigde tussen 2005 en 2013. Daarenboven betrekken ondernemingen meer arbeiders in hun pensioenplan. De Aon-studie stelt evenwel vast dat de beste sectorale plannen nog steeds onder de mediaan van de bedrijfsplannen blijft. In de sectorale plannen bedragen de gemiddelde werkgeversbijdragen steeds minder dan 1,6% terwijl ze bij de ondernemingsplannen, in één op de vier gevallen, oplopen tot meer dan 3%.

Kostprijs van de invoering van het eenheidsstatuut voor de Belgische ondernemingen
Een becijfering van de bijkomende kost in geval van gelijkschakeling van het statuut arbeider en bediende houdt rekening met het feit dat nog steeds slechts 70% van de werknemers over een aanvullend pensioen beschikt (in 2010 was dit 60%). België telt ca. 1,2 miljoen arbeiders die een loonmassa vertegenwoordigen van 40 miljard euro. Een harmonisering zou een stijging van 420 miljoen euro aan werkgeversbijdragen impliceren of iets meer dan 1% van de huidige loonmassa. Per arbeider vertegenwoordigt dit een gemiddelde nettopremieverhoging van 400 euro op jaarbasis.



Zwaard van Damocles
Om de overgang naar het eenheidsstatuut te verzachten ligt een wetsontwerp ter tafel dat bijkomende termijnen stipuleert ter invoering van de gelijkschakeling. Maar deze overgangsmaatregelen houden geen rekening met het specifieke karakter van een overlijdensdekking gezien dit een risicodekking is. Een bediende heeft volgens het mediaanplan een dekking van 30 keer zijn laatste maandsalaris, voor een arbeider bedraagt die slechts 17 keer het maandsalaris. Indien een arbeider dezelfde overlijdensdekking zou krijgen als een bediende dan zou de onderneming, wanneer zij hier niet voor verzekerd is, gemiddeld een extra jaarsalaris moeten neertellen bij het overlijden van een arbeider.

Tegenstrijdigheid
De stijgende levensverwachting maakt het pensioen des te belangrijker. De Aon-studie stelt evenwel vast dat het pensioenkapitaal dat door kaderleden en bedienden is opgebouwd op 65 jaar (na een volledige carrière) in 2013 is teruggelopen tegenover 2010 (zie tabel). Voor arbeiders is dit gestegen. Nochtans tonen studies dat er een postieve correlatie bestaat tussen opleidingsniveau en levensverwachting; anders gezegd kaderleden leven langer dan arbeiders. Een tegenstrijdige evolutie gezien de pensioenkapitalen zouden moeten stijgen om eenzelfde levensstandaard te behouden.

Totaal aanvullend pensioenkapitaal op 65 jaar uitgedrukt in de
multiplicator van het laatste maandloon

  PensionSurvey2010   PensionSurvey2014

 

Kaderleden 57 53
Bedienden 39 35
Arbeiders 16 21

Sectorale vergelijking van het aanvullende pensioenkapitaal voor kaderleden
De studie geeft een inzicht in de graad van generositeit van de verschillende sectoren. Aldus wordt vastgesteld, op basis van het mediaanplan, dat de bank- en financiële sector de mooiste pensioentoezeggingen heeft. De verzekering- en voedingssector alsook de chemische sector zijn eveneens goed gepositioneerd. Daarentegen hangen de IT-, de papier- en de distributiesector aan de staart van het peloton. Deze vergelijking bevestigt dat 'een' pensioenplan nauwlettend dient te worden geanalyseerd voorleer men inzicht krijgt in de voordelen die eraan verbonden zijn.

Over het onderzoek
Deze studie over de Belgische aanvullende pensioenen werd voor de achtste keer uitgevoerd en levert een toonaangevende benchmark over de huidige situatie inzake de tweede pijler. De eerste editie dateert van 1996. Vijftien specialisten bogen zich gedurende meer dan 3000 uren over 379 pensioenplannen (goed voor 15.000 pagina's pensioenreglement) komende van 214 bedrijven. Deze bedrijven, uit 13 verschillende sectoren, groeperen 300.000 werknemers verdeeld als volgt:
> 250 werknemers: 54%
> 50 werknemers: 30%
< 50 werknemers: 16%

Contact


Volg Aon