Netherlands

Pensioenakkoord: De gevolgen voor pensioenfondsen

 

De belangrijkste zaken voor pensioenfondsen op een rij

  1. Van toegezegde aanspraak naar premie
    In het nieuwe pensioencontract worden geen ‘aanspraken’ meer toegezegd, maar een premie. Voor iedere deelnemer wordt een persoonlijk vermogen geadministreerd dat is gereserveerd voor de uitkering. Het gehele vermogen wordt nog steeds collectief belegd met één collectief beleggingsresultaat. Nieuw is echter dat de verdeling van het beleggingsresultaat niet meer uniform is, maar op basis van leeftijdsafhankelijke verdeelregels wordt toegekend. Jongeren kunnen meer beleggingsrisico dragen dan ouderen. De leeftijdsafhankelijke verdeelregels houden hier rekening mee. Bij positieve ontwikkelingen hebben jongeren dan gemiddeld een beter resultaat. Bij negatieve ontwikkelingen is het resultaat gemiddeld lager. Daarmee is het beleggingsresultaat beter toegespitst op de verschillende groepen binnen het pensioenfonds. Het principe van één financieel geheel voor iedereen binnen het pensioenfonds wordt hiermee losgelaten.
  2. Toeslagen en kortingen
    De regels voor toeslagen en kortingen worden ingrijpend gewijzigd. De uitkering wordt op de pensioendatum bepaald aan de hand van een voorzichtige inschatting van het te behalen rendement. Vervolgens wordt de uitkering vanuit het gereserveerde vermogen onttrokken. Ondertussen blijft dit vermogen belegd en wordt er rendement op toegekend. Is het rendement hoger dan het verwachte rendement? Dan wordt de uitkering verhoogd. Is het rendement lager dan het verwachte rendement? Dan wordt de uitkering verlaagd. In het hoofdlijnendocument zijn een aantal aanvullende maatregelen benoemd om de effecten van verhogingen en verlagingen te dempen. Financiële mee- en tegenvallers kunnen in de uitkeringsfase over maximaal 10 jaar gespreid worden toebedeeld. Daarnaast wordt wettelijk vastgelegd dat in het nieuwe pensioencontract een solidariteitsreserve moet zijn opgenomen.
  3. Afschaffing doorsneesystematiek
    De doorsneesystematiek wordt afgeschaft. Eerder werd aangegeven dat voor compensatie van de afschaffing misschien wel 60 miljard tot 100 miljard euro nodig zal zijn. In de hoofdlijnennotitie wordt een andere conclusie getrokken: “Uit berekeningen van het CPB en 13 verschillende pensioenfondsen blijkt dat er gegeven de huidige omstandigheden – in veel gevallen geen nadeel maar een voordeel is. De negatieve effecten als gevolg van de afschaffing van de doorsneesystematiek worden veelal opgeheven door de (positieve) effecten van andere verdeelregels in het nieuwe contract.”
  4. Evenwichtige overgang
    De overgang naar het nieuwe pensioencontract betekent een overgang naar allerlei nieuwe regels, zoals beschreven in de bovenstaande 3 bullets. In het pensioenakkoord is afgesproken dat eventuele nadelen voor het te verwachten pensioen als gevolg van de overstap naar een nieuw contract en andere manier van pensioenopbouw adequaat en kostenneutraal worden gecompenseerd.
    Alle deelnemers van het pensioenfonds dienen persoonlijk inzicht te krijgen in de hoogte van hun pensioen dat zij vóór de overstap mochten verwachten en het verwachte pensioen na de overstap. De werkgever laat, in samenwerking met het pensioenfonds, zien welke maatregelen zijn genomen om adequaat te compenseren. Adequate compensatie vereist maatwerk en zal per sector of onderneming verschillen.
  5. Invaren
    Eén pensioenfonds met dezelfde regels voor nieuwe en bestaande pensioenaanspraken en -rechten heeft belangrijke voordelen voor de uitvoering, uitlegbaarheid en de mogelijkheid om mee- en tegenvallers te delen. Daarom is in het pensioenakkoord afgesproken dat de nieuwe pensioenopbouw en de bestaande rechten zoveel mogelijk bij elkaar worden gehouden in één pensioenfonds. Uitgangspunt van het standaard transitieplan is dan ook dat de bestaande rechten in beginsel worden omgezet naar het nieuwe contract (“invaren”). Dit betekent dat de regels van dat nieuwe contract ook van toepassing worden op de bestaande rechten. Er kan door het pensioenfonds (na afstemming met sociale partners) onderbouwd worden afgeweken van dit standaard transitieplan.

Hoe kan Aon u helpen?

Het pensioenakkoord zorgt voor de nodige wijzigingen onder andere op het gebied van financiering, toeslagen en kortingen. Wij kunnen u allereerst inzicht geven wat deze wijzigingen voor uw pensioenfonds betekenen en welke keuzes uw pensioenfonds (en sociale partners) daarin heeft. Om goede keuzes te kunnen maken is het belangrijk dat u goed inzicht heeft in de financiële gevolgen van deze keuzes. Het gaat dan met name om de keuze voor wel of niet invaren van de bestaande pensioenrechten in het nieuwe pensioencontract en de wijze van compensatie van de betrokken deelnemers.

Op basis van scenarioanalyses (vergelijkbaar met een ALM-studie) kunnen we op deelnemersniveau en op pensioenfondsniveau de gevolgen laten zien van de overgang naar het nieuwe pensioencontract. Deze scenarioanalyses geven het persoonlijk inzicht voor de deelnemer en geven tevens inzicht in de (compensatie)kosten voor het pensioenfonds. Door verschillende varianten door te rekenen, kan een afgewogen keuze worden gemaakt om de bestaande rechten wel of niet in te invaren en om tevens een adequaat compensatieplan op te zetten. Op basis van de scenarioanalyses wordt inzicht verkregen wat de gevolgen zijn bij “goed weer” en bij “slecht weer” voor de verschillende varianten.