Netherlands

Welke veranderingen brengt Prinsjesdag voor de Zorgverzekeringswet?

 

Op Prinsjesdag worden altijd een aantal belangrijke wijzigingen bekendgemaakt rond de Zorgverzekeringswet. Wat gebeurt er met het eigen risico? Wat doet de premie? Wat zijn de gevolgen van de coronacrisis? Hoe hoog is de inkomensafhankelijke bijdrage? En het belangrijkst: wat betekent dat voor werkgevers. Aon zet het voor u op een rij.

Eigen risico blijft gelijk

Hoewel er nog geen nieuw kabinet is, zal het demissionaire kabinet, gesteund door de Tweede Kamer ook per 2022 het verplichte eigen risico niet verhogen. Het verplichte eigen risico bedraagt in 2022 dan ook 385 euro per jaar.

Vanaf 2018 is het eigen risico niet meer verhoogd. Dit bedrag wordt opgebracht vanuit deels de nominale premie en deels de inkomensafhankelijke bijdrage. Wel is het zo dat de zorgkosten nog ieder jaar stijgen. Deze stijging kan niet gecompenseerd worden met een stijging van het eigen risico. Volgens berekeningen van de Raad van State zal het per 2022 niet verhogen van het verplichte eigen risico structureel 150 miljoen euro per jaar kosten. Het niet verhogen van het eigen risico over de jaren 2018 tot en met 2021 kost structureel zo’n 700 miljoen euro. Deze kosten worden opgebracht vanuit de inkomensafhankelijke bijdrage en de zorgpremie.

Stijging zorgpremie als gevolg van pandemie

Het ministerie van VWS verwacht dat de premie in 2022 met 31 euro op jaarbasis zal stijgen. Dit is dus ongeveer 2,50 euro per maand. Dat de premie stijgt is geen verrassing. Dit heeft te maken met de nog steeds stijgende zorgkosten. Daarnaast speelt ook de onzekerheid rond de coronacrisis een belangrijke rol. In zowel 2020 als in 2021 is er veel meer geld uitgegeven aan kosten voor de intensive care als gevolg van corona. Aan de andere kant heeft de reguliere zorg een deel stilgelegen. Er wordt hard gewerkt aan het inhalen van deze zorg maar dat kan nog wel even duren.

Verder is de dekking van de basisverzekering – gedurende de pandemie - tijdelijk uitgebreid met paramedische herstelzorg voor coronapatiĆ«nten.

De overheid maakt een inschatting van de zorgpremie per 2022, maar uiteindelijk zijn het de individuele zorgverzekeraars zelf die de hoogte van de zorgpremie vaststellen.

Collectiviteitskorting waarschijnlijk per 2023 afgeschaft

In de Zorgverzekeringswet is geregeld dat zorgverzekeraars collectiviteitskorting mogen geven. Het oorspronkelijke idee achter zorgcollectiviteiten is dat ze, conform de Zorgverzekeringswet, zouden moeten leiden tot een besparing op zorgkosten.

Hoewel de waarde die zorgverzekeraars – in samenwerking met vooral werkgevers – hebben toegevoegd aan collectiviteiten de afgelopen jaren aantoonbaar fors is toegenomen, heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in 2020 besloten dat de collectiviteitskorting op de basisverzekering (vrijwel zeker per 2023) afgeschaft zal gaan worden. Dit wetsvoorstel is inmiddels ingediend in de Tweede Kamer.

Inkomensafhankelijke bijdrage daalt

Voor 2021 had het ministerie van VWS de nominale premie te laag ingeschat: zorgverzekeraars hebben de premie hoger vastgesteld dan VWS verwachtte. Omdat de inkomensafhankelijke bijdrage is gerelateerd aan de gemiddelde premie die VWS verwacht, hebben werkgevers vorig jaar in verhouding dan ook te weinig inkomensafhankelijke bijdrage betaald.

Normaal gesproken zou dit leiden tot een verhoging van het percentage van de inkomensafhankelijke bijdrage. Voor 2022 heeft het ministerie van VWS het percentage van de inkomensafhankelijke bijdrage echter lager vastgesteld dan voor 2021. Het percentage daalt van 7,00% in 2021 naar 6,70% in 2022. Dit betekent dat werkgevers in 2021 een lager percentage inkomensafhankelijke bijdrage gaan betalen over het loon van de werknemers dan in 2020 het geval is. De reden voor deze verlaging is dat de economische gevolgen van corona zijn meegevallen ten opzichte van de raming, zodat er meer inkomsten uit de inkomensafhankelijke bijdrage werd gegenereerd dan verwacht.

Wat is de toekomst van uw zorgcollectiviteit?

Mocht de collectiviteitskorting in de toekomst worden afgeschaft, dan wordt het prijsverschil tussen verschillende basisverzekeringen kleiner. Omdat prijs een belangrijke rol speelt in de keuze voor een zorgverzekering die mensen maken, kan deze maatregel ertoe leiden dat men kiest voor varianten waarin het zorginhoudelijk laden ontbreekt. Voor collectiviteiten die wel zorginhoudelijk geladen worden, wordt het dan lastiger om te concurreren.

Gelukkig hebben collectiviteiten meer mogelijkheden om voordelen te bieden die uw medewerkers kunnen aanspreken. De collectieve basisverzekering is bij uitstek een geschikt instrument om in te spelen op specifieke behoeften onder medewerkers. Bijvoorbeeld door het bieden van extra fysiotherapeutische behandelingen voor mensen met een fysiek zwaar beroep. Een uitgebreide, passende dekking geeft medewerkers een veilig gevoel en verlaagt de drempel om tijdig medische hulp te zoeken bij klachten. Hiermee wordt bijvoorbeeld langdurig verzuim voorkomen. Vanuit onze optiek dat gezonde en vitale medewerkers beter presteren, is de collectieve verzekering dan ook van grote toegevoegde waarde, voor zowel medewerkers als werkgever en uiteindelijk de gehele Nederlandse samenleving.

Juist als de prijsverschillen kleiner worden, zal de consument ook naar andere aspecten gaan kijken. Het is dan ook zaak om de collectiviteit met meer toegevoegde waarde te laden die de doelgroep aanspreekt. Daarnaast kunnen verzekeraars altijd nog aantrekkelijke kortingen bieden op de aanvullende pakketten.

Meer informatie

Wilt u meer weten over zorgcollectiviteiten? Of heeft u andere vragen over wat de wijzigingen die op Prinsjesdag zijn aangekondigd voor u betekenen? Neemt u dan contact op met een van onze adviseurs. Wij helpen u graag.