Netherlands

Dekkingsgraden lopen terug in maart

 
  • Rentedaling zorgt voor lagere dekkingsgraad
  • Wtp-behandeling in Eerste Kamer: zorgen over uitvoerbaarheid en datakwaliteit

Rotterdam, 3 april 2023 – De pensioenfondsen hebben in maart te maken met de gevolgen van dalende rente. De beleggingsportefeuille behaalde een licht positief resultaat. Per saldo zorgde de rentedaling in maart ervoor dat de indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen daalde naar 116%. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in maart gelijk aan 121%.

Onrust in financiële sector
De wereldwijde financiële crisis in 2008 werd veroorzaakt door verliezen op ondoorzichtige enmoeilijk te waarderen kredieten. Dit veroorzaakte de ineenstorting van verschillende prominente banken. De ineenstorting van de Silicon Valley Bank (SVB) op 10 maart 2023 daarentegen werd veroorzaakt door een liquiditeitscrisis voor de SVB en potentiële andere regionale banken. Dit als gevolg van de sterke renteverhogingen van The Federal Reserve Board (Fed). De aandelenkoersen van regionale banken werden zwaar getroffen en zette de aandelen van de gehele financiële sector onder druk. De Amerikaanse overheid kwam gelijk in actie om depositohouders te beschermen. Tevens ondersteunde de Fed de Amerikaanse banken met $ 25 miljard aan liquiditeit in geval zij dit nodig hadden. In een rationele omgeving zouden acties van de Amerikaanse overheid en de Fed voldoende moeten zijn om verdere runs op deposito's en besmetting in het financiële systeem te beperken, maar zoals we keer op keer zien reageren beleggers niet rationeel. Dit zagen we ook in Europa waar Credit Suisse in de problemen kwam en dit uiteindelijk leidde tot een verplichte overname door UBS. Door onrust in Amerika was de ondersteuning van de Zwitserse nationale bank ook niet voldoende om Credit Suisse te redden. Ondertussen hebben de Fed en vijf andere toonaangevende Amerikaase centrale banken maatregelen genomen om de toegang tot liquiditeit te verbeteren.

Deze gebeurtenissen zorgden dat de verwachtingen op de financiële markten over de verdere rentestijgingen door centrale banken om de inflatie te beteugelen, snel werden bijgesteld in een rentedaling voor het einde van het jaar . Toch besloten de Fed en de ECB hun rentetarieven te verhogen met respectievelijk 0,25% en 0,5%.

Flinke deuk
De aandelen van banken, maar ook van verzekeraars liepen in eerste instantie een flinke deuk op. Aandelen op wereldwijde markten daalden ongeveer 5%, maar tegen het einde van de maand keerde de rust weer terug. Dit ook gesteund door lagere inflatiecijfers. Uiteindelijk resulteerde dit in een aandelenrendement van 1,3% voor de ontwikkelde markten en 0,6% voor emerging markets aandelen. Vastgoedaandelen daalden met ruim 5% als gevolg van de onrust in de financiële sector. De rente daalde door de onrust in de financiële sector en had een positief effect op de vastrentende portefeuille, die 4,4% steeg door goede performance van rentegevoelige staatsobligaties (4,0%). Ook de wat risicovollere waarden behaalden een positief rendement, zoals bedrijfsobligaties (1,0%) en high yield (0,3%). Het totale rendement van de portefeuille was deze maand 1,2%.

Swaprente gedaald, verplichtingen gestegen
Per saldo daalde in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste veertig jaar met gemiddeld 24 basispunten. Door de rentedaling nam de waarde van de verplichtingen toe met ruim 4%. De dalende rente vertaalt zich in dalende dekkingsgraden. “Belangrijkste nu is om niet in paniek te raken”, zegt Frank Driessen, CEO Aon’s Wealth Solutions Nederland. “Pensioenfondsen beleggen voor de langere termijn, dus het is goed om in periodes van snel veranderende omstandigheden oog te blijven houden op de langetermijn uitgangspunten.”

Wtp – stand van zaken
De provinciale staten verkiezingen hebben het spannend gemaakt voor de Wtp. Zoals het er nu naar uitziet, hebben ook na 31 mei de partijen die de wet steunen een (krappe) meerderheid in de Eerste Kamer. Inmiddels is de behandeling in volle gang. Er zijn in totaal meer dan 1000 vragen gesteld. Op 21 maart is er een Eerste Kamer commissievergadering geweest die in het teken van de transitie stond. Duidelijk is dat er zorgen zijn over de economische situatie op het moment van invaren en het borgen van de juistheid van de bedragen die de deelnemer uiteindelijk gaat ontvangen. “Het is zaak dat de transitie in een keer goed gebeurt”, zegt Driessen. “Het is daarom van belang om nu al de datakwaliteit in orde te maken, als dat niet het geval is.” Belangrijk hierin is de recente uitspraak van de rechtbank dat er aan het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) geen rechten ontleend kunnen worden. Als deze lijn doorgetrokken wordt, zou je dat ook zo kunnen zien voor de overzichten die deelnemers straks ontvangen bij het invaren. Daarnaast is er geen individueel instemmingsrecht. Deelnemers hebben dus niet of nauwelijks mogelijkheden om bezwaar te maken tegen de aanspraken die zij na invaren toegekend krijgen. Dit betekent des te meer dat e.e.a. goed en zorgvuldig moet gebeuren.

Voorbereiding Wtp
De ingangsdatum van het wetsvoorstel is weliswaar opgeschoven naar 1 juli 2023, maar de uiterste transitiedatum van 1 januari 2027 en de tussentijdse mijlpalen blijven intact. De DNB heeft aangegeven dat zij vindt dat de vijf grote fondsen niet per se allemaal al 1 januari 2027 overgestapt hoeven te zijn. Zij dringen er wel op aan dat de sociale partners vaart maken. Per 1 januari 2025 moet er definitief overeenstemming zijn tussen de sociale partners over de contractkeuze, het invaren en de compensatie. “Dat betekent nu serieus stappen zetten”, zegt Driessen. “Er is veel te doen. Vergis je niet in de hoeveelheid werk. Dit is een enorme verandering en resources zijn beperkt.”

De DNB roept verder op om in het invaarbesluit rekening te houden met renteschommelingen. “Wij adviseren klanten te werken met een matrix met diverse rentes en dekkingsgraden om zodoende vooraf helderheid te hebben wat er in welke situatie gebeurt”, zegt Driessen. “Juist deze maand zien we hoe zaken snel kunnen veranderen. Het is daarom goed om erop voorbereid te zijn dat op het moment van invaren de kaarten anders liggen dan vooraf geschud.”

Rekenkracht
Het doorrekenen van diverse rentescenario’s betekent veel zware berekeningen. Voor uiteindelijke netto profijtberekeningen moeten er straks berekeningen komen, mogelijk op basis van 20.000 scenario’. Dit geldt dus voor diverse scenario’s. En uiteindelijk moet dit ook op individueel niveau doorgerekend worden, zodat de deelnemer de effecten van de transitie kan zien. “Dit vraagt heel veel van pensioenfondsen en zal de nodige doorlooptijd in beslag nemen”, aldus Driessen. “Wij begrijpen vanuit die optiek de opvatting van de DNB over de vijf grote fondsen.”