Netherlands

Dekkingsgraden lopen weer op in april

 
  • Gemengd beeld in april: gestegen rente, maar vermogen bleef gelijk
  • Wtp-stemming in Eerste Kamer blijft spannend

Rotterdam, 1 mei 2023 –Na een tegenvaller in maart krabbelen de dekkingsgraden in april weer op. De pensioenfondsen hadden in april baat bij de gestegen rente. Het vermogen bleef gelijk. De rentestijging in april zorgde ervoor dat de indicatieve* gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen steeg naar 119%. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, daalde in april naar 120%.

Vermogen gelijk gebleven, rente geslagen
De maand april liet een gemengd beeld zien. Zo berichtte de meerderheid van de S&P500- en Stoxx600- bedrijven beter dan verwachte winstcijfers in het eerste kwartaal. Analisten verwachten echter dat de winsten zullen afnemen naar het einde van het jaar . Het IMF kwam met de zwakste middellangetermijnprognose in de afgelopen 30 jaar. Het IMF schat de wereldwijde groei dit jaar op 2,8%, voordat deze stijgt tot 3,0% in 2024 en rond dat niveau blijft tot 2028. Het IMF waarschuwde voor een ‘harde landing’ voor de economie als de rente langer hoog blijft, om de inflatie aan te pakken, wat ook de risico's voor het financiële systeem zou vergroten. In april lag de financiële sector constant onder het vergrootglas en is de First Republic Bank verder in de problemen gekomen.
De inflatiecijfers lieten in maart een daling zien opzichte van vorige maand, maar de kerninflatie blijft hoog. De Amerikaanse inflatie steeg met 5% op jaarbasis ten opzichte van 6% in februari, maar de kerninflatie steeg met 5,6%. De eurozone liet een zelfde beeld zien, de inflatie op jaarbasis zal in maart 2023 naar verwachting 6,9% bedragen, tegen 8,5% in februari. Dit zorgde ook voor opwaartse druk op de rentecurve en dit zal waarschijnlijk de centrale banken bewegen om de rente in mei opnieuw te verhogen. 

Ondanks goede kwartaalcijfers daalden de Amerikaanse aandelen licht. Europese aandelen stegen met 2,8%. Europese beurzen hebben meer geprofiteerd van de heropening van de Chinese economie, die in het eerste kwartaal met 4,5% groeide, door onder andere de opleving van consumptie. Dit resulteerde in een aandelenrendement van 0,8% voor de ontwikkelde markten, terwijl de emerging markets met 2,7% daalden.
De gestegen rente had een negatief effect op de vastrentende portefeuille, die 0,4% daalde door de gestegen rente. De rendementen voor vastrentende waarden over april zijn respectievelijk: rentegevoelige staatsobligaties (-/- 0,6%), bedrijfsobligaties (0,7%) en high yield (0,2%). Het totale rendement van de portefeuille was deze maand 0,2%.

Swaprente gestegen, verplichtingen gedaald
Per saldo steeg in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste veertig jaar met gemiddeld 7 basispunten. Door de rentestijging nam de waarde van de verplichtingen af met ongeveer 1,5%.

Wtp - stand van zaken
Het is de bedoeling dat de Wtp nog door de huidige Eerste Kamer behandeld wordt in de maand mei. Zoals het ernaar uitziet hebben de partijen die de wet steunen een meerderheid, maar het is nog geen gelopen race. Zo is er veel kritiek op het nieuwe stelsel. “Wij begrijpen dat er veel kritiek is op de wet, maar denken ook dat het ‘point of no return’ is bereikt”, zegt Frank Driessen, CEO Aon’s Wealth Solutions Nederland. “Betekent niet dat wij vinden dat alle kritiek terzijde moet worden geschoven. Sommige punten zijn terecht en zinvol om mee te nemen. Zoals bijvoorbeeld het invaren en het nabestaandenpensioen. De complexiteit van het invaren en het gegeven dat individuele instemming niet is toegestaan zou kunnen leiden tot situaties dat pensioenfondsen niet direct gaan invaren. Met betrekking tot het nabestaandenpensioen kunnen situaties ontstaan dat deelnemers wegens de eerbiedigende werking enorm hoge rechten kunnen verkrijgen.”
Èn, dat het allemaal nog lastig te volgen is onderschrijven wij ook,” zegt Driessen, “maar dat heeft zo zijn redenen en achtergronden. Het is daarom van belang dat deelnemers goed geïnformeerd worden en begeleid worden bij de transitie. Wij pleiten ervoor dat deelnemers het recht krijgen op een persoonlijk gesprek om geïnformeerd te worden over hun persoonlijke pensioensituatie.”

Nieuwe set vraagt om een winstwaarschuwing
Recent is naast de reguliere economische P-set voor de haalbaarheidstoets een P-set gepubliceerd op basis van het advies van de commissie Parameters. Wij hebben inmiddels berekeningen gemaakt met deze set en de uitkomsten voor de overgang naar het nieuwe stelsel zijn op basis van deze set toch een stuk minder rooskleurig. “We zien nog wel dat de meeste deelnemers erop vooruit gaan bij de overgang naar het nieuwe stelsel”, zegt Driessen, “maar de verbeteringen zijn minder groot dan bij de eerdere sets.” Verbeteringen ontstaan door het uitdelen van de buffers, het beleggen via het life cycle principe en de overgang naar het projectierendement. De afschaffing van de doorsneepremie daarentegen levert een nadeel op. De nieuwe set kent een dalende rente in de eerste jaren en een wat lager aandelenrendement. “Bij het hanteren van de nieuwe set moet dus een winstwaarschuwing worden afgegeven. Het is ons inziens verstandig snel naar deze set over te stappen, zodat besluitvorming niet op te rooskleurige cijfers plaatsvindt. Fondsen doen er daarnaast goed aan voor de evenwichtigheid van de besluitvorming een matrix op te stellen met gevoeligheden voor bijvoorbeeld rente, aandelenrendementen en dekkingsgraden,” besluit Driessen.

* Aon houdt op dagbasis de dekkingsgraad bij van het geschatte gemiddelde Nederlandse pensioenfonds. Zowel de beleggingsrendementen als de rentetermijnstructuur worden op dagbasis aangepast aan de ontwikkelingen op de financiële markten. Ook geven wij de benodigde dekkingsgraad weer. Samen zegt dit iets over de kwaliteit van de financiële positie van het gemiddelde fonds. Dit geeft een goede indicatie van de ontwikkelingen bij de pensioenfondsen in Nederland. De samenstelling van de pensioenfondsen in Nederland is heel divers. Van hele grote fondsen als het ABP en Pensioenfonds Zorg en Welzijn tot kleine pensioenfondsen met soms maar enkele deelnemers. Aon heeft de samenstelling van het gemiddelde pensioenfonds gebaseerd op door De Nederlandsche Bank (DNB) en andere partijen gepubliceerde karakteristieken. Hier zit een vertraging in, omdat de statistieken altijd een maand achter lopen. De  gemiddelde dekkingsgraad van Aon betreft een inschatting van de gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen. Wij gebruiken een prognosemodel. De werkelijke gemiddelde dekkingsgraad kan en zal afwijken van deze inschatting. Voor de werkelijke gemiddelde dekkingsgraad verwijzen wij naar de statistieken van DNB.