Netherlands

De gevolgen voor de huidige verzekerde pensioenregelingen

 

Momenteel bouwen de meeste werknemers pensioen op in een middelloonregeling of in een beschikbarepremieregeling.

In een middelloonregeling bouwt een werknemer gegarandeerd pensioen op over het salaris dat gedurende het werkzame leven verdiend wordt. De pensioenopbouw is de toezegging. Het opbouwpercentage voor de pensioenopbouw is een gegeven en is voor iedereen gelijk. De werkgever betaalt wel een leeftijdsafhankelijke premie. De premie is voor een oudere werknemer hoger dan voor een jongere werknemer.

In een beschikbarepremieregeling wordt er ieder jaar een premiebedrag beschikbaar gesteld waarmee het pensioenvermogen wordt opgebouwd. De premie is hier de toezegging. Bij beschikbarepremieregelingen is meestal sprake van een stijgende premie. Het uitgangspunt is nu dat de stijgende premie een gelijke pensioenopbouw voor iedereen geeft. De hoogte van het uiteindelijke pensioen staat bij beschikbarepremieregelingen niet vast. Deze is afhankelijk van de opbrengst van de beleggingen en de prijs van pensioen op de pensioendatum.

Wat wijzigt er door het pensioenakkoord?

Het nieuwe pensioencontract wordt dus een beschikbarepremieregeling. Een leeftijdsonafhankelijke beschikbare premie wordt het uitgangspunt. De pensioenopbouw wordt daarmee leeftijdsafhankelijk. De klassieke middelloonregeling met vooraf vaststaande pensioenaanspraken en de beschikbarepremieregeling met stijgende premies verdwijnen dus. Doel is dat de nieuwe wetgeving per 1 januari 2022 ingaat en dat alle pensioenregelingen voor 1 januari 2026 zijn aangepast.

Een leeftijdsonafhankelijke premie betekent dat er voor iedereen een gelijk premiepercentage komt. De maximale premie wordt 33% van de pensioengrondslag exclusief kosten en risicopremies. Jongeren kunnen voor dezelfde premie meer pensioenvermogen opbouwen dan ouderen. Voor jongeren rendeert de premie immers veel langer dan voor ouderen. Iedere werkgever dient in overleg met de medezeggenschap de nieuwe premie vast te stellen.

Wat is het effect van het nieuwe pensioencontract?

In het achtergronddocument van het CPB (juni 2020) is het transitie-effect voor de 3%-premiestaffel op meerdere manieren doorgerekend. Bij behoud van de beschikbarepremiestaffel van 3% wordt voor nieuwe deelnemers bij doorrekening van het gemiddelde verwachte scenario gerekend met een vlakke premie van 15%.

Zie hieronder een vergelijking van de 3% stijgende premiestaffel en de gelijkblijvende vlakke premie van 15%.

In bovenstaande figuur geven de blauwe lijnen de huidige stijgende premiestaffel weer. De rode lijn is de mogelijke gelijkblijvende leeftijdsonafhankelijke premie.

De leeftijden onder de rode lijn ontvangen in het nieuwe contract direct meer premie, de leeftijden boven de rode lijn minder. Vergeleken met de huidige regeling zullen oudere werknemers in het nieuwe contract met een leeftijdsonafhankelijke premie een lagere premie krijgen. Voor hen moet een adequate compensatie volgen.

Hoe wordt het compensatievraagstuk opgelost?

CPB heeft allerlei compensatiemodellen doorgerekend, maar allemaal leidden ze tot forse verhoging van de cashout op de korte en middellange termijn. Pas daarna zouden besparingen ontstaan. Het kabinet en de vakbonden hebben er daarom voor gekozen dat de huidige premiestaffel mag blijven bestaan voor de huidige werknemers van werkgevers die reeds een beschikbarepremieregeling hebben. Voor nieuwe werknemers moet dan wel een vlakke premiestaffel worden aangehouden.

De werkgever heeft dan de keuze om voor alle werknemers over te stappen naar de vlakke premie of de bestaande regeling in stand te houden voor de huidige groep werknemers en op deze manier als het ware te voorzien in een compensatie. Beide opties hebben voor- en nadelen. De vraag is, wat past bij u als werkgever en onderneming?

Twee beschikbarepremieregelingen binnen een onderneming, voorkomt verplichte compensatie nu maar maakt de regelingen duurder. Nieuwe (vaak jongere) werknemers ontvangen een hogere, gelijkblijvende premie en de beschikbare premie voor de bestaande werknemers wordt steeds hoger. Voor elke werkgever kan dit anders uitpakken. Maatwerk is hier dus belangrijk. Bij uitdiensttreding zullen werknemers bij een nieuwe werkgever alsnog overgaan naar de daar geldende nieuwe beschikbarepremieregeling met vlakke premie. Dit maakt de arbeidsmobiliteit van oudere werknemers er niet beter op, terwijl dit wel de doelstelling was.

Aangezien werkgevers met een verzekerde middelloonregelingen ook een leeftijdsafhankelijke premie betalen, lijkt het misschien logisch om aan deze werkgevers ook de keuze te bieden om voor de huidige werknemers de bestaande middelloonregeling in stand te houden. Dit is vanwege de algemene overgang naar een beschikbarepremieregeling echter geen onderdeel van het pensioenakkoord.

Hoe kan Aon u helpen?

Voor de keuze tussen wel of geen overstap naar het nieuwe contract is het belangrijk dat u en de medezeggenschap inzicht krijgen in de gevolgen van de verschillende opties. Aon heeft hiervoor een quickscan ontwikkeld, waarbij wij onder meer een vergelijking maken tussen de huidige stijgende premie per leeftijd en de overgang naar de vlakke premie.
 

Werkgever heeft nu een verzekerde: Dit wordt uiterlijk per 1-1-2026
Middelloonregeling Beschikbarepremieregeling met vlakke premie
Eindloonregeling Beschikbarepremieregeling met vlakke premie
Beschikbarepremieregeling met stijgende premiestaffel Beschikbarepremieregeling met vlakke premie voor nieuwe werknemers
Huidige regeling mag blijven bestaan voor bestaande werknemers
Beschikbarepremieregeling met vlakke premiestaffel Ongewijzigd, mits premie binnen nieuwe fiscale kaders valt