Netherlands

Potentie beschikbare premie (Defined Contribution) neemt toe in eerste kwartaal 20211

 
  • Uitwerking pensioenakkoord maakt beschikbare premie de standaard
  • Gemiddelde pensioenuitkering stijgt met ongeveer 7% door gestegen rente in eerste kwartaal 2021 en ontwikkelingen op de beurzen
  • Deelnemers zullen moeten wennen aan fluctuerende uitkering
  • Vergelijking met middelloon in het voordeel van Defined Contribution (DC)

Rotterdam, 17 augustus 2021 - In het eerste kwartaal van 2021 is de gemiddelde pensioenuitkering op basis van de beschikbare premieregeling (waarbij de uitkering niet vaststaat, ook wel DC-regeling genoemd) met ongeveer 7 procent toegenomen. Een 40-jarige werknemer met een modaal inkomen zag de toekomstige pensioenuitkering in deze regeling stijgen van 937 euro naar 1.003 euro per maand. In het eerste kwartaal van dit jaar steeg de rente en was er sprake van meewind op de aandelenbeurzen. Inmiddels is de rente aan het dalen, wat zijn weerslag zal hebben op de uitkering in een DC-regeling.

Zo’n een op de zeven werknemers heeft nu een DC-regeling. Dat aantal zal met de nadere uitwerking van het pensioenakkoord toenemen, aangezien een beschikbare premieregeling (DC) dan de standaard wordt. Daarmee zullen schommelingen in de uitkering gangbaar worden. Er zijn wel dempingsmechanismes ontworpen om die schommelingen te dempen.

Dat blijkt uit de Pensioenvergelijker van Aon, wereldwijd adviseur op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen. De Pensioenvergelijker is een index waarmee Aon ieder kwartaal de potentie van beschikbare premieregelingen peilt.

Beeldmateriaal

Onderstaande afbeelding is in hoge resolutie te downloaden door erop te klikken.



Infographic: Pensioenvergelijker Q1 2021

Meewind voor pensioenen in eerste kwartaal

De index stond 1 januari van dit jaar nog op 972. In het eerste kwartaal van dit jaar was er sprake van flinke meewind voor de pensioenen uit beschikbare premieregelingen. De rente steeg in totaal met wel 37 basispunten en de aandelen stegen met ruim 6%. Hierop volgde nog een goed tweede kwartaal, maar inmiddels is de rente aan het dalen. Hierdoor zal de prijs voor het aankopen van pensioen stijgen en dit zal zijn weerslag hebben op de index. 

Fluctuerende uitkering wordt de standaard

Met de uitwerking van het pensioenakkoord wordt de beschikbare premieregeling de standaard. Daarnaast wordt het zogenoemde doorbeleggen de standaard. Er wordt vanaf pensioendatum geen vaste uitkering aangekocht, maar het pensioengeld blijft belegd en de uitkering zal daardoor fluctueren. Te zien is dat een uitkering van een beschikbare premieregeling zo 7% kan veranderen in een kwartaal tijd. In het nieuwe systeem zijn er wel mogelijkheden om de schokken te dempen, maar we zullen eraan moeten wennen dat de uitkering het ene jaar een stuk anders kan zijn dan in het andere jaar. “We zullen moeten wennen aan een pensioenuitkering die steeds kan wijzigen” zegt Frank Driessen, chief executive officer van Aon’s Retirement Solutions. “De pensioenen kunnen misschien sneller en meer verhoogd worden, maar daar staat tegenover dat ze ook vaker verlaagd zullen worden. Hier moet in de communicatie goed aandacht aan besteed worden.”

Vergelijking met middelloon – in de huidige omstandigheden neemt de potentie van DC toe

In het nieuwe systeem wordt de ingelegde premie de basis. Hier zijn we ook in de vergelijking met middelloon vanuit gegaan. In beide gevallen leggen we een premie in van 25% van de pensioengrondslag. De afgelopen periode hebben veel pensioenfondsen hun premie verhoogd of de opbouw verlaagd. Het is duidelijk dat pensioen onder de huidige marktomstandigheden duur is. In de middelloonregeling gaan we bij deze premie uit van een opbouwpercentage van 1,75% per jaar.

Als we op basis van deze uitgangspunten de vergelijking met middelloon maken, zien we dat voor de 40-jarige de DC-uitkomst hoger is. Voor de jongere is dit meer uitgesproken. Dit komt omdat de jongere nog een hele beleggingshorizon voor zich heeft waarin rendementen gemaakt kunnen worden. Zelfs de oudere komt iets hoger uit. Dit komt onder andere omdat er in de middelloonregeling buffers aangelegd moeten worden én door de huidige lage rentestanden. Door de lage rentestanden en de nieuwe parameters kan er per euro premie minder pensioen opgebouwd worden.

Het bij pensioenfondsen jarenlang niet kunnen indexeren, de dreiging van kortingen en de premiestijgingen van de afgelopen jaren zijn nu juist de drivers voor de overgang naar het nieuwe stelsel. Veel fondsen en de bonden willen daarom niet nog vier jaar moeten wachten om over te gaan. “Wij begrijpen deze wens. Er is inmiddels een generatie gepensioneerden die misschien al 10 jaar geen verhoging van hun pensioenuitkering heeft gezien en zij moeten nu nog jaren wachten” zegt Driessen. “Toch is voorzichtigheid geboden. Nu al indexeren en dan straks bij de overgang moeten korten, is ook geen wenselijk scenario. Al met al blijft het spannend wat er qua economische ontwikkelingen in de transitieperiode gaat gebeuren en hoe de daadwerkelijke overgang naar het nieuwe stelsel voor de deelnemers uitpakt.”

Risicopreferentieonderzoek cruciaal

De grote uitdaging van het nieuwe pensioenstelsel is de communicatie. Enerzijds is onduidelijk hoe de premie die betaald wordt zich uiteindelijk vertaalt naar een pensioenaanspraak. Anderzijds kunnen en zullen de pensioenen gaan fluctueren. Daarnaast wordt het beleggingsbeleid afhankelijk van de leeftijd en de situatie van de deelnemer, analoog aan het huidige life cycle-principe bij beschikbare premieregeling. De ervaring leert echter dat in de huidige DC-regelingen 90% van de deelnemers geen actieve beleggingskeuze maakt, maar aan de default deelneemt. Pensioenfondsen zullen straks de risicohouding moeten uitvragen en moeten vertalen naar beleggingsbeleid. Eigenlijk is het hele financiële plaatje van de deelnemer van belang om goede en passende inzichten te krijgen hoeveel risico een deelnemer qua pensioen kan lopen. “Een goed risicopreferentieonderzoek is cruciaal om goede inzichten in de risicobereidheid van deelnemers te verkrijgen,” zegt Driessen. “Het is belangrijk om de deelnemers te activeren aan zo’n onderzoek mee te doen. Hier ligt een belangrijke taak voor sociale partners en fondsbesturen.” Alleen met een goed representatieve deelname kan het fonds goede beleggingskeuzes maken die aansluiten bij de populatie. “Het is daarnaast van belang om de pensioenkennis en beleggingskennis van deelnemers op te vijzelen. Wij adviseren om in risicopreferentieonderzoeken de gevolgen van keuzes goed voor de deelnemer inzichtelijk te maken.”

[1] De index loopt een kwartaal achter door vertraging in beschikbaarheid van data.
[2] Per 1 oktober is de index herijkt naar 100 punten.

Over de Pensioenvergelijker

De Pensioenvergelijker is een index waarmee Aon ieder kwartaal de potentie peilt van beschikbare premieregelingen (DC-regelingen) versus een middelloonregeling (Defined Benefit, DB-regelingen). DC-regelingen zijn pensioenregelingen waarbij de toekomstige uitkering niet vaststaat, maar meebeweegt met de beleggingsrendementen. De index geeft aan hoe het te bereiken pensioen van een 40-jarige zich ontwikkelt onder invloed van onder andere wet- en regelgeving, beurskoersen, inflatie en marktrente. Daarnaast worden een jongere en een oudere deelnemer doorgerekend. Aon berekent dit op basis van meer dan 1.000 scenario’s. De exacte hoogte van deze pensioenuitkeringen is onzeker. Bij een zuivere beschikbare premieregeling zijn de meeste risico’s voor rekening van de werknemer. De daadwerkelijke pensioenuitkering kan hoger of lager zijn.

Over Aon

Aon is adviseur op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen. Wij helpen onze klanten om hun doelen makkelijker te bereiken. Dit doen we door ze verantwoord risico’s te laten nemen. Wij analyseren de risico’s, bieden daar onafhankelijke en duurzame (verzekerings)oplossingen voor aan en staan onze klant bij als een risico zich voordoet. Dit doen wij in Nederland met 2.600 collega’s in samenwerking met 50.000 collega’s in meer dan 120 landen. Ga voor meer informatie naar www.aon.nl.