Netherlands

Pensioenthermometer

 

 

 
  •  

    Pensioenregelingen in Nederland

    Pensioenregelingen worden vaak onderverdeeld in twee groepen, te weten Defined Benefit (uitkeringsovereenkomst) en Defined Contribution (premieovereenkomst). Het merendeel van de pensioenregelingen in Nederland is gebaseerd op voorwaardelijk geïndexeerd middelloon. Ruim 90% van de fondsen kent een middelloonregeling. Eindloonregelingen komen nog maar weinig voor.

    Ook zijn er regelingen die combinaties van elementen van zowel Defined Benefit als Defined Contribution hebben, deze regelingen worden hybride regelingen genoemd. De combinaties zijn in de meeste gevallen voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregelingen dan wel eindloonregelingen, beide tot een bepaald maximum van het salaris. Voor het deel van het salaris boven het maximum geldt een beschikbare premieregeling.

    Het is duidelijk dat het merendeel van de werknemers in Nederland pensioen opbouwt in een middelloonregeling. Het merendeel van deze regelingen zijn voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregelingen die worden uitgevoerd door bedrijfstakpensioenfondsen. Ongeveer 4,8 miljoen van de werknemers in Nederland bouwt pensioen op bij een bedrijfstakpensioenfonds.

    De pensioenfondsenmarkt is een krimpende markt, die na een forse daling zal stabiliseren. Kenmerken van de markt zijn: verdergaande professionalisering, versterkte governance en toenemende functiescheiding. Voor kleinere pensioenfondsen is continuering door de strengere eisen niet haalbaar en is liquidatie de enige reële optie. We zullen komende jaren zien dat meer pensioenverplichtingen direct verzekerd worden. Een middelloonregeling is daarbij gangbaar, maar ook beschikbare premieregelingen komen regelmatig voor. Door lage rentestanden vragen verzekeraars hoge garantiepremies. Een beschikbare premieregeling kan voor een werkgever een aantrekkelijk alternatief zijn vanuit kostenoverwegingen. Ook bij verzekerde regelingen wordt verantwoording naar diverse belanghebbenden steeds belangrijker.

    In een middelloonregeling wordt jaarlijks een pensioen opgebouwd wat gebaseerd is op het salaris van dat jaar. De jaarlijkse indexatie, ofwel de aanpassing van de opgebouwde pensioenaanspraken aan de stijging van de lonen of de prijzen is in de meeste gevallen voorwaardelijk. Ofwel, deze indexatie vindt alleen plaats indien het pensioenfonds over voldoende financiële middelen beschikt. Sinds de invoering van het nieuw financieel toetsingskader voor pensioenfondsen en door de lage dekkingsgraden van pensioenfondsen wordt verwacht dat er de komende jaren waarschijnlijk beperkt geïndexeerd kan worden.
  •  

    Pensioenregeling als concurrerende arbeidsvoorwaarde

    De pensioenregeling is na het directe salaris de duurste arbeidsvoorwaarde. Gemiddeld werkt men vier dagen voor het salaris en de vijfde dag voor de pensioenopbouw.

    Door de financiële crisis en de lage rentestanden zijn veel ondernemingen geconfronteerd met (forse) bijstortingen of worden gepensioneerden geconfronteerd met kortingen. Er worden vraagtekens gezet bij de houdbaarheid van het huidige pensioenstelsel. Daarbij speelt niet alleen betaalbaarheid van pensioentoezeggingen een rol, maar bijvoorbeeld ook dat werknemers meestal niet meer hun hele leven voor dezelfde werkgever werken.

    De afgelopen jaren zijn er diverse versoberingen in pensioenwetgeving doorgevoerd. Dit heeft eraan bijgedragen dat het Nederlandse pensioenstelsel nog steeds gezien wordt als een van de beste in de wereld. Door de lage rentestanden hebben de versoberingen veelal niet geleid tot lagere pensioenpremies. Als uitgangspunt wordt genomen dat je één dag per week werkt voor je pensioen.

    Deze omstandigheden leiden tot een situatie waarin pensioen een onderscheidende rol kan hebben als arbeidsvoorwaarde. Navigeren door het ingewikkelde pensioenlandschap is zeker niet eenvoudig. Uw Aon adviseur kan u daarbij helpen.
  •  

    De gemiddelde pensioenregeling in Nederland


    De variëteit in pensioenregelingen is sinds 2006 afgenomen, door verdere fiscale versobering per 1 januari 2014 en 1 januari 2015 is deze variëteit verder afgenomen. Ook is er toch ook nog steeds sprake van verschillende ambitieniveaus in verschillende sectoren van de economie.

    De gemiddelde regeling bestaat bijna niet, maar over geheel Nederland gezien heeft de gemiddelde middelloonregeling de volgende kenmerken:
    • een pensioenleeftijd van 67 jaar;
    • salaris is gelimiteerd tot het vaste salaris inclusief vakantietoeslag en de eventuele ploegentoeslag en overig variabel inkomen. Bovendien mag het pensioengevend salaris niet hoger zijn dan 101.519 euro (in 2015);
    • een minimale franchise van circa 12.953 (middelloon in 2016) euro;
    • een jaarlijkse opbouw van ouderdomspensioen van 1,875% van de pensioengrondslag (pensioengevend salaris -/- franchise);
    • een nabestaandenpensioen ter grootte van 70% van het bereikbare ouderdomspensioen;
    • een wezenpensioen ter grootte van 20% van het bereikbare nabestaandenpensioen;
    • de toeslagverlening is voorwaardelijk en tijdens dienstverband gebaseerd op de ontwikkeling van de lonen en daarna op de prijsontwikkeling. In de praktijk zal over langere termijn gezien niet de volledige indexatie toegekend worden;
    • premievrijstelling ofwel voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid;
    • de werknemersbijdrage bedraagt een derde deel van de totale kosten van de regeling.